Met regionale kranten en titels als AD, de Volkskrant en Trouw is DPG Media de grootste dagbladuitgever van Nederland. Freelancers zijn er intussen niet op vooruit gegaan. Is er nog wel vrije concurrentie, nu het bedrijf van Christian Van Thillo zo’n [.c-highlighted]dominante machtspositie[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted] heeft?
Op de dag dat 126 freelance-medewerkers van Trouw de hoofdredactie per brief vroegen om eerlijkere tarieven, bleek dat Christian Van Thillo, de eigenaar en uitgever van het dagblad, zijn dividend vorig jaar verdubbelde tot 80 miljoen euro. De Vlaamse DPG Media – uitgever van titels als AD, de Volkskrant en Trouw – boekt sinds 2015 al winsten van enkele tientallen miljoenen per jaar. In 2021 schreef het een recordwinst van 228 miljoen euro netto bij. De afgelopen tien jaar bedroegen de uitgekeerde bruto dividenden voor de familie Van Thillo 355 miljoen euro, volgens de site De Rijkste Belgen. Bekend is dat ook andere managers, zoals hoofdredacteuren van kranten, profiteren van de winst. Hoeveel ze aan bonussen en aandelen krijgen blijft echter onbekend en willen ze niet vertellen. Ondanks alle klinkende cijfers blijft het voor veel freelancers vooral sappelen.
Christian Van Thillo heeft De Persgroep, zoals het bedrijf van zijn familie eerst heette, in tien jaar tijd weten uit te bouwen van twee kranten en een belang in een Vlaamse commerciële zender tot grootste dagbladuitgever van Nederland, met titels als het AD, de Volkskrant en Trouw, en de regionale kranten van wijlen Wegener.
Deelname aan de Summits is voorbehouden aan adverteerders en medewerkers van reclame- en media-inkoopbureaus. ‘Verwend volk,’ aldus Bas Vlugt van Nederlands MediaNieuws, die elk jaar mee mag met de afgehuurde chartervlucht om verslag te doen. Maar de Summits slaan de reclamejongens nooit over, die hebben door de jaren heen ‘een bijkans mythische uitstraling’ verworven, aldus Vlugt. ‘Het onbetwiste hoogtepunt’ van elke editie is het optreden van Christian Van Thillo, die ‘in een vrijwel onnavolgbaar tempo’ zijn visie op het medialandschap ontvouwt.
Behalve het reclamevolk neemt ook het topkader van DPG Nederland deel aan de Summits. Van de krantenredacties zijn alleen de hoofdredacteuren aanwezig, en een enkele journalist of columnist die voor het gezelschap mag optreden, samen met BN’ers als Katja Schuurman, Arie Boomsma of Chantal Janzen. Op de Summits en daarbuiten mogen Van Thillo en zijn managers graag benadrukken dat voor hen ‘kwaliteitsjournalistiek voorop’ staat, of woorden van die strekking. Maar een Journalism Summit hebben zij nog nooit georganiseerd.
€1.243,58 voor [.c-highlighted]80 uur[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted] werk
In dezelfde maand waarin de DPG’ers in Boedapest genieten van bubbels, BN’ers en blote benen, schrijft Britt van Uem twintig artikelen voor De Twentsche Courant Tubantia. Zij is dan al jaren freelance journalist voor diverse regionale media in Twente en omgeving. Zij heeft haar werk altijd met veel plezier gedaan, al is het nooit een vetpot geweest: € 54 per artikel, plus € 35 voor een zelfgemaakte foto.
DPG betaalt alleen gepubliceerde woorden uit. Van Uem ontvangt € 1.243,58, voor tachtig uur werk.
Maar in juni 2017 knapt er iets bij haar. DPG, net twee jaar eigenaar van Tubantia, heeft eenzijdig nieuwe, ‘uniforme’ tarieven ingevoerd voor alle freelance journalisten en fotografen die in Nederland voor het concern werken. Een regionale freelancer als Van Uem krijgt voortaan 13 cent per woord. Haar twintig artikelen tellen op tot 10.776 woorden, ofwel € 1.400,88. Slechts 9.566 woorden halen de krant, door allerlei eindredactionele ingrepen waar Van Uem niets over te zeggen heeft.
DPG betaalt alleen gepubliceerde woorden uit. Van Uem ontvangt € 1.243,58, voor tachtig uur werk.
'Digitaal' kan niet zonder papier
DPG Media is uitgegroeid tot hét mediaconcern van Nederland. Samen met een andere Vlaamse uitgever, Mediahuis, heeft DPG de eens zo rijk geschakeerde Nederlandse dagbladmarkt herschapen in een duopolie. Bijna 52 procent van alle betaalde papieren kranten in Nederland rollen van de persen van DPG; Mediahuis is goed voor 42 procent.
Met zijn papieren kranten claimt DPG elke dag 3,41 miljoen Nederlanders te bereiken, en met de digitale varianten nog eens 4,9 miljoen. ‘Digitaal’ groeit als kool, maar kan niet zonder ‘papier’.
DPG Nederland had in 2019 een omzet van 819 miljoen euro, waarvan 683 miljoen uit de abonnees op en adverteerders in zijn papieren kranten – 84 procent van het totaal.
Vier van de tien meest geraadpleegde digitale ‘nieuwsmerken’ in Nederland hangen aan papieren krantentitels: AD.nl, de nummer twee, Telegraaf.nl (4), Volkskrant.nl (6) en nrc.nl (7). DPG is eigenaar van de nummers 2 en 6, en sinds kort ook van de nummer 1: NU.nl, het puur digitale nieuwsplatform dat de Belgen verwierven via hun meest recente grote overname, die van Sanoma Nederland.
Toch legden de ‘waakhonden’ over de vrije mededinging in de Nederlandse economie, de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) en zijn opvolger Autoriteit Consument & Markt (ACM), de Belgische veldtocht nauwelijks een strobreed in de weg.
[.c-highlighted]Redders[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted] van de Nederlandse pers
Direct en indirect is die veldtocht zwaar gesubsidieerd door de Belgische overheid. In België zijn kranten vrijgesteld van btw. Dat scheelt alle Belgische uitgevers tezamen naar schatting € 190 miljoen per jaar. Verder ontvangt het staatsbedrijf Bpost elk jaar een stevige subsidie van de federale Belgische overheid voor de bezorging van de kranten.
Daardoor besparen DPG en Mediahuis elk enkele tientallen miljoenen per jaar, die zij elders kunnen investeren – bijvoorbeeld in overnames in Nederland. De Belgische subsidies zijn ‘toegestaan ingevolge het EU-recht’, antwoordde toenmalig staatssecretaris van Media Sander Dekker (VVD) vijf jaar geleden op Kamervragen. En daarmee was voor hem de kous af.
Velen zien de Belgen zelfs als de redders van de Nederlandse pers, DPG’s meest prominente journalisten voorop.
Velen zien de Belgen zelfs als de redders van de Nederlandse pers, DPG’s meest prominente journalisten voorop. De samenklontering van Nederlandse titels en uitgeverijen in Vlaamse handen was noodzakelijk ‘om kwaliteitsjournalistiek en pluriformiteit overeind te houden onder digitale omstandigheden − heel veel nieuwe concurrentie, daling in advertentie-inkomsten en papieren lezers,’ zegt bijvoorbeeld Philippe Remarque, tot voor kort hoofdredacteur van de Volkskrant en nu directeur Journalistiek van DPG Nederland en directeur-uitgever van de Volkskrant, Trouw en Het Parool.
Uitgerekend in het coronajaar 2020 zag DPG de omzet stijgen met 8 procent tot 1,77 miljard euro, en de bedrijfswinst met 38 procent tot 254 miljoen euro. Mediahuis publiceerde vergelijkbare stijgingspercentages. In tijden van crisis lezen en kopen mensen weer massaal kranten, vooral digitaal. Christian Van Thillo heeft het geld en de mensen om DPG Media uit te bouwen tot een geloofwaardig ‘lokaal alternatief’ voor Google en Facebook, die sinds jaar en dag wereldwijd tweederde opslokken van alle advertentiebestedingen, ook in de Benelux.
Van Thillo’s Advertisers’ Summits heten niet voor niets zo: hij wil de adverteerders terug zien te krijgen die zijn papieren kranten de afgelopen twee decennia zijn kwijtgeraakt. Niet langer door aan hen advertentieruimte te verkopen, maar met profielen van zijn miljoenen papieren en digitale lezers, waarmee adverteerders nauwkeurige doelgroepen kunnen bouwen van consumenten aan wie zij vervolgens hun producten en diensten kunnen aanbieden. Via sociale media, maar ook via commerciële artikelen, zogenoemde branded content, onder de vlag van DPG’s kranten.
‘Big data, dat is waar het vandaag allemaal om draait in de marketing- en advertentiewereld,’ zegt Van Thillo al in 2015 in het jaarverslag van de Belgische DPG-moeder. Daarom ook kocht hij in 2018 Independer, een vergelijkingssite voor financiële producten, en in 2019 Sanoma Nederland, uitgever van tijdschriften als Donald Duck, Libelle en Autoweek – en van NU.nl. Met Sanoma erbij bereikt DPG bijna elk huishouden in Nederland. Geen enkel ander mediabedrijf komt daar ook maar in de buurt. Met een gerust hart kon Van Thillo onlangs een stap terug doen: als ceo van het DPG-concern is hij opgevolgd door de Nederlander Erik Roddenhof, een econoom en marketeer die eerder carrière maakte bij energieleverancier Nuon.
14,5 cent per woord
Freelance journalisten zoals Britt van Uem zijn er intussen niet op vooruitgegaan. Freelancers zijn onmisbaar geworden voor de invulling van DPG’s papieren en digitale platforms. Naast zo’n dertienhonderd journalisten in vaste dienst houdt het concern in Nederland volgens eigen opgave 4500 freelancers aan het werk, vooral voor zijn regionale kranten. In Zeeland, Noord-Brabant, Gelderland en Overijssel zijn alle regiokranten in handen van DPG Media.
Van Uem en fotograaf Ruud Rogier, lange tijd freelancer voor het Brabants Dagblad, sleepten DPG met steun van journalistenvakbond NVJ voor de rechter en eisten een hogere vergoeding. Zij wonnen.
Met grimmige humor schreef Van Uem naderhand: ‘Na een procedure van bijna anderhalf jaar ben ik door de kantonrechter met 50 procent opgewaardeerd: van 13 naar 21 cent per woord.’
Toch raadde zij andere onderbetaalde freelancers niet aan haar voorbeeld te volgen: ‘De rechtszaak heeft mij veel energie gekost,’ en vanuit haar ‘oude nest, de krant’ hoorde zij niets meer. Sterker nog: tijdens de zitting kwam DPG met anonieme verklaringen waarin oud-collega’s kritiek uitten op de kwaliteit van haar werk. Van Uem had nooit eerder klachten gehad. Voor DPG, met een monopolie in haar regio, zal zij nooit meer kunnen werken.
Tal van andere freelancers hebben dezelfde ervaring: wie het waagt om in het openbaar kritiek te leveren, wordt door DPG in de ban gedaan.
Tal van andere freelancers hebben dezelfde ervaring: wie het waagt om in het openbaar kritiek te leveren, wordt door DPG in de ban gedaan. De NVJ bepleit al jaren om freelancers die gelijksoortig werk doen als collega’s in vaste dienst, op te nemen in de journalisten-cao, zodat ze beter betaald krijgen. DPG wilde er al die tijd niet eens over praten.
Ook in dit dossier steken overheid en ‘waakhonden’ geen poot uit. ‘Honorering en/of werkgelegenheid’ zijn ‘niet relevant’ voor de vaststelling of een dominante marktpositie als die van DPG de vrije concurrentie schaadt, zo luidt de consensus onder mededingingsjuristen.
Pas sinds de nederlaag in de zaak-Van Uem/Rogier, in november 2019, toont het concern zich toeschietelijker. Het basistarief is onlangs verhoogd tot 14,5 cent per woord. ‘We zijn bezig met verbeteringen als indexering van basistarieven en omzetting van het freelance-bureauwerk in vaste banen,’ zegt Philippe Remarque. ‘Met de NVJ praten we hierover.’ Tegelijkertijd ging DPG wel in hoger beroep tegen het vonnis.
[.c-highlighted]Zeggenschap[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted]
Als Christian Van Thillo in 2002 voor het eerst de Nederlandse grens oversteekt, komt hij bepaald niet in een verlengde Hummer.
In het najaar van 2002 zijn Erik van Gruijthuijsen en Frits Campagne bijna ten einde raad. Wekenlang al zijn de hoofdredacteur en de adjunct van Het Parool op zoek naar een nieuwe eigenaar voor hun krant, beschrijft het boek De Geldpers. De teloorgang van het mediaconcern PCM (Joost Ramaer, 2009). Uitgever PCM wil de krant opheffen omdat die al zeker twintig jaar verlies maakt, en heeft daarmee een uitbarsting van ongekende volkswoede over zich afgeroepen.
Het Parool is een persicoon, met een uitstraling die zijn tot Amsterdamse stadskrant gereduceerde status nog altijd ver te boven gaat. Het blad verscheen voor het eerst als ondergrondse verzetskrant tegen de nazi-bezetters. Tijdens de oorlog werd Het Parool volgeschreven, gedrukt en verspreid door een steeds wisselende groep van een paar honderd mannen en vrouwen, van wie er zeker veertig door de nazi’s zijn geëxecuteerd of doodgemarteld, dan wel in concentratiekampen zijn omgekomen.
Maar ondanks alle hartverwarmende steunbetuigingen staan Campagne en Van Gruijthuijsen nog steeds met lege handen. Met Quote Media, de enige serieuze kandidaat na tientallen gesprekken, komen ze er niet uit. Toch moeten ze verder. En dus ontvangen ze op 3 oktober 2002 een voor hen totaal onbekende Vlaamse uitgever.
Christian Van Thillo trapt af met de ontwapenende mededeling dat hij geen schijn van kans denkt te maken om Het Parool in handen te krijgen: de Amsterdammers zullen nooit accepteren dat hun krant in handen valt van een Vlaming.
Gebeurt dat toch, dan wordt hij wel de baas, waarschuwt Van Thillo zijn gesprekspartners. Hij kiest zijn hoofdredacteuren zelf uit, en als ze niet voldoen, ontslaat hij ze weer. Hij eist die zeggenschap op, legt hij uit, omdat het de journalisten zijn die het verschil maken tussen een goede en een slechte krant. Maar, zo voegt hij daaraan toe: ‘Ik praat nooit over wat er in de krant moet, alleen over hoe het erin staat.’
Voor 8 miljoen euro, ongeveer evenveel als het verlies dat Het Parool in 2002 maakt, verwerven Van Thillo en zijn Persgroep hun eerste krant buiten België.
Hij wil Het Parool graag kopen omdat hij gelooft in stadskranten, en omdat hij denkt de krant weer winstgevend te kunnen krijgen, al zal dat wel een paar jaar kosten, en een forse sanering van het personeelsbestand, de redactie inbegrepen.
Voor het eerst luisteren Van Gruijthuijsen en Campagne naar een kandidaat met kennis van zaken en een duidelijke visie op hun krant. Ook waarderen zij Van Thillo’s openheid over de harde ingrepen die hij noodzakelijk acht. De hoofdredacteur en zijn adjunct kijken elkaar aan: dit moet hem worden. En zo verwerven Van Thillo en zijn Persgroep hun eerste krant buiten België. Voor 8 miljoen euro, ongeveer evenveel als het verlies dat Het Parool in 2002 maakt. Aan de erbarmelijke bedrijfsvoering door PCM blijkt zoveel te verbeteren dat de krant al twee jaar later zijn eerste winstje boekt, dankzij hard saneren.
Nog belangrijker is dat Het Parool Van Thillo een bruggenhoofd bezorgt op de Nederlandse dagbladmarkt, die veel groter en lucratiever is dan de Vlaamse. En niet alleen omdat Nederland 17 miljoen inwoners telt tegen 6,6 miljoen in Vlaanderen. Vlamingen kopen hun krantjes in die tijd nog hoofdzakelijk los. Nederlanders willen de krant thuisbezorgd krijgen en geven daarom de voorkeur aan abonnementen, die zij elk jaar vooruit betalen. Dankzij deze stabiele stroom inkomsten drukken Nederlandse uitgevers niet alleen kranten, maar virtueel ook hun eigen geld.
Alleen heeft hen dat ook lui en verwend gemaakt. Op de opmars van het internet en het gestage verval van de papieren krant, dat zich dan al wereldwijd aftekent, hebben zij geen ander antwoord dan titels en uitgeverijen opheffen of samenvoegen, en een vlucht in branchevreemde avonturen, onder het mom van ‘basisverbreding’. Door bijvoorbeeld uitgevers van onderwijsboeken over te nemen, denken zij nieuwe inkomstenbronnen aan te boren die de langzaam opdrogende krantenbron moeten compenseren.
In de praktijk besmet hun wanbeheer van de krant ook de nieuwe bronnen. Bij PCM leidt dat tot slepende conflicten tussen opeenvolgende directies en de eigenaar van het concern, een ideële stichting die ooit is begonnen als uitgever van Het Parool tijdens de oorlog. Uiteindelijk weet de stichting niets beters te doen dan PCM te verkopen aan de hoogste bieder, via een veiling.
Net een paar maanden eigenaar van Het Parool, mengt ook Christian Van Thillo zich in deze wedstrijd. Geld voor een torenhoog bod heeft zijn Persgroep niet, vertelt hij de stichtingsbestuurders. Wel de kennis, daadkracht en mensen om van PCM weer een geoliede machine te maken. Hij stelt een fusie voor tussen PCM en De Persgroep, via een aandelenruil op basis van gelijkwaardigheid. Zonder dat er enorme bedragen op tafel hoeven te komen, die de nieuwe combinatie toch alleen maar belasten met dito schulden.
Zijn voorstel verdeelt de stichting. Sommige bestuurders zijn voor, maar de meeste willen domweg zoveel mogelijk geld zien voor hun aandelen. Uiteindelijk kiezen zij voor de hoogste bieder: Apax, een Britse private equity firma ofwel ‘sprinkhaan’, een investeerder die kwakkelende bedrijven opkoopt met hoofdzakelijk geleend geld, om ze vervolgens ingrijpend te saneren en na een jaar of vijf weer door te verkopen.
Charmeoffensief
Van Thillo krijgt gelijk. Na nog geen drie jaar koopt de stichting PCM weer terug van Apax. De Britten hebben niets toegevoegd aan PCM. Sterker nog, het avontuur met Apax kost PCM bijna een half miljard euro – bijna evenveel als de jaarlijkse concernomzet in 2007 en 2008. Na de terugkoop resteert nog een schuld van ruim 300 miljoen euro. En dan barst de kredietcrisis los. De inkomsten lopen harder terug dan het concern zijn schulden kan reduceren. De uitgever staart een bankroet in de ogen.
Door die hoge nood lukt het Van Thillo in 2009 de controle te verwerven over heel PCM. Voor 130 miljoen euro krijgt De Persgroep de meerderheid van de aandelen. Tijdens de veiling vijf jaar eerder werd het concern nog gewaardeerd op een miljard. De stichting helpt de Belgen door zelf een aanzienlijk belang in PCM aan te houden, waardoor Van Thillo minder hoeft te investeren.
Wederom paart hij de overname aan een charmeoffensief, dat zich dit keer uitstrekt tot het Binnenhof. PCM is de grootste dagbladuitgever van Nederland, en minister van Media Ronald Plasterk (PvdA) maakt zich zorgen. ‘In de beleving bepalen de PCM-kranten in belangrijke mate het beeld,’ zegt hij in een interview met de Volkskrant. ‘Ik betwijfel sterk of het wenselijk is dat die in één hand vallen.’
Samen met Bert Groenewegen, de enige overgebleven PCM-bestuurder die het concern van een bankroet heeft gered, gaat Van Thillo in maart 2009 op audiëntie bij Plasterk. Naderhand laten Van Thillo en Groenewegen zich interviewen door Het Financieele Dagblad. ‘Investering PCM terugverdienen is geen doel’ luidt de kop boven het FD-artikel.
‘Wij hebben een keuze gemaakt om in een bedrijf deel te nemen voor de lange termijn,’ aldus Van Thillo. ‘Natuurlijk gaan we streven naar een zo mooi mogelijk resultaat, maar daar hebben we geen specifiek rendement bij voor ogen.’ Volgens Groenewegen heeft PCM met De Persgroep ‘afgesproken het dividend de komende vijf jaar in het bedrijf te laten. Daarmee kun je de schulden terugbetalen, investeren en op termijn misschien ook nog een acquisitie doen.’
Van Thillo is gewoon een veel betere ondernemer dan de ingedutte Nederlandse krantenuitgevers. Hij slaat pas toe als het water hen aan de lippen staat.
Van Thillo overtuigt daarmee niet alleen minister Plasterk, maar ook de journalisten van zijn Nederlandse kranten, ook al zijn die gewend geraakt aan hun ‘redactionele onafhankelijkheid’ en minimale bemoeienis van hun uitgevers. De deconfiture van PCM en het langdurige wanbeheer bij de Telegraaf Media Groep en Wegener hebben een sfeer van malaise geschapen in de Nederlandse dagbladmarkt. Journalisten zien Christian Van Thillo als ‘de redder van Het Parool’ en in één moeite door als de redder van hun eigen titel.
Redder van Het Parool is Van Thillo zeker – als hij die krant niet had overgenomen, was die opgeheven door PCM. Maar voor de meeste andere titels past een belangrijke relativering. Het wanbeleid deed zich vooral voor bij de uitgeverijen. Slecht management, verkeerde overnames, te hoge schulden. De meeste Nederlandse krantentitels zijn altijd goed winstgevend gebleven, ondanks hun gestaag teruglopende inkomsten uit abonnementen en advertenties.
Van Thillo weet dat als geen ander. Hij is gewoon een veel betere ondernemer dan de ingedutte Nederlandse krantenuitgevers. Hij slaat pas toe als het water hen aan de lippen staat. Dankzij die perfecte timing profiteert hij van het paniekerige en fatalistische klimaat rond de Nederlandse kranten door het onderste uit de kan te halen.
Vier maanden na het bezoek aan Plasterk draagt de Nederlandse Mededingingsautoriteit De Persgroep op een of meer PCM-titels te verkopen, omdat de Belgen anders een al te dominante positie krijgen op de Nederlandse dagbladmarkt.
Van Thillo kiest voor de verkoop van NRC Handelsblad en nrc.next. Die brengen eind 2009 70 miljoen euro op. Omstreeks die tijd verkoopt hij ook de boekenuitgeverijen van PCM voor ongeveer 50 miljoen euro. Binnen een jaar heeft hij zijn investering in PCM bijna helemaal terugverdiend. De Persgroep kan zich alleszins veroorloven ‘geen specifiek rendement voor ogen’ te hebben met zijn overname van PCM: de buit is immers al binnen.
[.c-highlighted]Gouden[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted] lepel
In april 2009 publiceert Vrij Nederland een lang profiel van de ‘bevlogen bemoeial’ Christian Van Thillo. ‘Wat hebben de redacties van hem te verwachten of misschien wel te vrezen?’ vragen de auteurs Harm Ede Botje en Anna Luyten zich af. ‘Is hij de grote redder van de gedrukte pers? Of zal zijn komst leiden tot verschraling en vervlakking van het medialandschap?’
Het profiel schetst ook een andere kant van Van Thillo: de jongen die met een gouden lepel in de mond is geboren. Hij is de kleinzoon van Bill Van Thillo, de grondlegger van een familiefortuin dat in 2009 wordt geschat op 385 miljoen euro. Bill is niet alleen de zakelijke mentor van Christian, hij doordringt hem ook van het gevoel tot een hechte familieclan te behoren. Op Bills omvangrijke landgoed komen zijn kinderen en kleinkinderen vrijwel wekelijks bijeen om er te jagen, spelen, eten en feesten.
Christian blinkt uit in het soort van kattenkwaad dat bij zo’n familie hoort. Als tiener jat hij een keer de Porsche van zijn vader, Ludo Van Thillo, om samen met zijn vriendjes uit te proberen ‘hoe snel zo’n ding nou reed’. Het komt uit, natuurlijk. De straf die Ludo hem oplegt: geen skivakantie, dat jaar. ‘Het wordt met die jongen alles of niks,’ voorspelt opa Bill. Christians ouders sturen hem naar een spartaanse jezuïetenschool, voor rijke jongetjes die niet willen deugen. De jezuïeten krijgen hem eindelijk aan de studie. ‘Christian heeft ons later bedankt voor die harde leerschool,’ zegt zijn moeder Mies tegen Vrij Nederland.
Eind jaren tachtig zijn de Van Thillo’s eigenaar van een serie drukkerijen en uitgeverijen van kranten en tijdschriften. Er zitten een paar grote titels tussen, zoals Het Laatste Nieuws, een Vlaamse Telegraaf. In 1989 lijft Ludo ook De Morgen in, de enige linkse krant van Vlaanderen.
Journalistiek gezien een prestigieuze titel, maar dat heeft zich nooit vertaald in financieel succes. De betaalde oplage schommelt rond de 20.000 exemplaren per dag, te weinig voor een gezonde bedrijfsvoering.
Good cop, bad cop
Christian Van Thillo studeert op dat moment in de VS voor zijn MBA (Master of Business Administration). Hij is het helemaal niet eens met de overname van De Morgen, en stuurt een boze fax aan zijn vader: ‘Een zieke neemt geen op sterven na dode over.’
Als Christian met zijn MBA op zak terugkeert in België, benoemt zijn vader hem tot de nieuwe leider van het mediabedrijf. Ook Christians zwager Christophe Convent komt de directie versterken. De twee vullen elkaar prachtig aan. Christian is emotioneel, ongeduldig en opvliegend. Christophe is rustiger, bedachtzamer.
Gezamenlijk ontwikkelen zij een good cop, bad cop routine. Steeds wanneer Christian ergens in de organisatie een paar mensen bruuskeert, komt Christophe de geschonden ego’s herstellen. Samen ‘kuisen’ ze het mediabedrijf van top tot teen uit, om het op z’n Vlaams te zeggen, en dopen het om tot De Persgroep.
Wanneer Christian Van Thillo in 2009 met de overname van PCM zijn eerste grote slag slaat in Nederland, waarschuwen Belgische journalisten hun Nederlandse collega’s voor de gevolgen.
Wanneer Christian Van Thillo in 2009 met de overname van PCM zijn eerste grote slag slaat in Nederland, waarschuwen Belgische journalisten in het profiel in Vrij Nederland hun Nederlandse collega’s voor de gevolgen. ‘Van Thillo beschikt zeker over een grote expertise, maar een echt uitgevershart heeft hij niet,’ zegt Pol Deltour, dan het hoofd van de Vlaamse journalistenvakbond en tot 1998 justitieverslaggever bij De Morgen. ‘In moeilijke periodes verandert hij in een koele, zakelijke leider. Hij zal zelden met de vakbonden overleggen. Hij staat wel dicht bij zijn chefs, maar met de werkvloer heeft hij geen empathie.’
Parool-hoofdredacteur Erik van Gruijthuijsen krijgt al in 2003 te maken met de bemoeienis van zijn nieuwe eigenaar, wanneer die Jaak Smeets afvaardigt om de krant weer op een groeikoers te krijgen. Het kost Smeets en Van Gruijthuijsen een pittig eerste halfjaar voordat ze elkaar professioneel vinden. Daarna vertrouwen Van Thillo en Smeets aan Van Gruijthuijsen en Frits Campagne, inmiddels gepromoveerd tot directeur-uitgever van Het Parool, zelf het vuile werk toe: het duo neemt afscheid van twintig redacteuren, een kwart van het totaal.
Beiden groeien uit tot vaste waarden in Van Thillo’s kopgroep. Campagne wordt eerst directeur van heel DPG Nederland, en in juni 2018 president-commissaris. Van Gruijthuijsen keert, na intermezzo’s bij persbureau ANP en Wegener, terug in de DPG-directie – eerst als directeur Journalistiek van ADR (AD en Regionale) Nieuwsmedia, sinds kort als directeur-uitgever van die tak en van NU.nl.
Goed nieuws
Net als Campagne en Van Gruijthuijsen omarmt het gros van de PCM-journalisten uiteindelijk hun nieuwe Vlaamse eigenaar, overtuigd als zij ervan zijn geraakt dat Christian Van Thillo ‘de redder’ is van hun kranten. Zo beweert Cees van der Laan, de hoofdredacteur van Trouw, nu nog steeds dat NRC Handelsblad, de Volkskrant, AD en Trouw door het financiële beleid bij PCM ‘op omvallen’ stonden toen DPG in 2009 hun nieuwe eigenaar werd. Door PCM en later Wegener over te nemen, aldus Van der Laan, behoedde DPG ‘ons mediabestel’ voor ‘een desastreuze kaalslag’.
Maar in 2009 liep alleen het AD echt slecht, en de oorzaak was wanbeheer door PCM. NRC Handelsblad en de Volkskrant zijn altijd financieel gezond gebleven, ook in tijden van crisis. Zelfs het half zo kleine Trouw heeft altijd quitte gedraaid of bescheiden winstjes gemaakt, op een redelijk stabiele betaalde oplage van rond de 100.000 exemplaren. Hoe had DPG anders binnen een jaar NRC Media voor 70 miljoen euro kunnen verkopen?
Wegener was evenmin zo’n drama als DPG’ers graag stellen. Ten tijde van de Belgische overname was Wegener goed winstgevend, bewijst het laatste jaarverslag over 2014. Alle Wegener-regiotitels waren rendabel in 2014-2015, benadrukt Alex Engbers, destijds hoofdredacteur van de Stentor. Zelfs na acht jaar wanbeheer door Mecom.
Behalve in betaalde regiokranten is Wegener ook marktleider in gratis huis-aan-huisbladen, wekelijks bezorgd in alle brievenbussen in hun verspreidingsgebied. Ze drijven op ‘hyperlokale’ adverteerders als de slager, de garage om de hoek en gemeentebesturen, die de kranten vaak gebruiken om de burger te informeren. ‘Lokale sufferdjes’ heten ze in de volksmond. Maar veel huis-aan-huisbladen bedrijven serieuze journalistiek. Bovendien worden ze heel goed gelezen. Met het nieuwe InDeBuurt.nl kiest DPG echter voor digitalisering van de lokale journalistiek.
Tara Lewis werkte voor de DPG-titels De Havenloods en Groot Vlaardingen. Zij beschrijft haar ervaringen op het journalistenplatform Villamedia onder de kop ‘Het sterfhuisbeleid van De Persgroep’. Van Thillo heeft een andere zwager van hem, Jan Van Dun, directeur gemaakt van de gratis kranten.
Van Dun ontslaat in één keer alle journalisten. Alleen een paar eindredacteuren huurt hij weer terug als ‘contentcoördinatoren’. Zij moeten pagina’s vullen met artikelen, met de inhoud daarvan hebben zij geen enkele bemoeienis meer. Wat er nog over is aan journalistiek, komt van freelancers die 10 cent per woord betaald krijgen.
‘De Belgen zagen zogenaamd toekomst in hyperlokale media,’ schrijft Lewis. ‘Die toekomst zag er ongeveer zo uit: redacties kregen te horen geen nieuws meer te mogen brengen, of althans alleen “goed” nieuws. Hard nieuws hoorde bij de dagkranten.’ Groot Vlaardingen bijvoorbeeld plaatst alleen nog berichten van persbureau ANP.
Lewis gaat daarom ook freelancen voor het AD Rotterdams Dagblad. Maar als haar kritische analyse verschijnt, krijgt zij ineens geen opdrachten meer. ‘Ik had in de hand gebeten die mij voedt.’ Tara Lewis is een van de weinige (oud-)medewerkers die openlijk kritiek durft te uiten. De meeste DPG’ers, ook bij de landelijke titels, willen alleen anoniem praten met Vrij Nederland – uit angst voor hun carrière.
Bijbeunen
Van die 10 of 13 cent per woord ‘is een karikatuur gemaakt’, vindt AD-hoofdredacteur Hans Nijenhuis. ‘Het basistarief wordt betaald aan lokale correspondenten in de regio, voor wie het werken voor een regionale krant in de meeste gevallen niet hun hoofdberoep is.’ Maar freelancers voor DPG móéten wel bijbeunen, vaak ook als ze voor de landelijke kranten werken. Bijvoorbeeld door naast hun redactionele artikelen branded content te schrijven: stukken die journalistiek ogen, maar door adverteerders worden betaald.
DPG heeft daarvoor een eigen Branded Studio, die via Facebook ‘geoefende journalisten’ zoekt. ‘Belangrijk is dat de toon en insteek van die stukken wel redactioneel is.’ Reclame die als journalistiek is verpakt: is dat geen misleiding van de lezer? Volgens de hoofdredacteuren zijn de afspraken hierover helder. ‘We willen de lezer niet in de war brengen,’ zegt Nijenhuis. Maar dat ‘freelancers ook commerciële stukken schrijven, begrijp ik best.’
Nijenhuis is de grootste opdrachtgever van freelancers binnen DPG. Hij is algemeen hoofdredacteur van het AD, en daarmee ook van DPG’s regionale kranten: die betrekken grofweg de helft van hun kopij van de centrale redactie van ADR Nieuwsmedia in Rotterdam. ‘Vergeet niet: het maken van een regionale krant is veel arbeidsintensiever en duurder dan het maken van een landelijke titel,’ zegt hij. ‘Een AD-verslaggever schrijft voor meer dan 300.000 krantenlezers, de meeste mensen bij De Gelderlander of BN DeStem schrijven voor edities van tien- tot vijftienduizend abonnees.’
Freelancers verzorgen zo’n 30 procent van het journalistieke werk bij het AD, aldus Nijenhuis. De afgelopen jaren is het redactiebudget alleen maar groter geworden of gelijk gebleven, bezweert hij zonder concrete cijfers te noemen. Ook de hoofdredacteuren van de Volkskrant en Trouw blijven vaag als er naar verifieerbare feiten wordt gevraagd, ‘uit concurrentie-overwegingen’. Van Thillo investeert in kwaliteitsjournalistiek, is hun mantra. Alleen is dat niet te controleren. De jaarverslagen splitsen de cijfers niet uit over de titels.
Saneren doe je in één keer en dan goed, aan het begin van de rit, is een credo van Van Thillo. Toch spendeert DPG Nederland elk jaar zo’n 10 miljoen euro aan reorganisaties.
Wel is in de jaarrekening 2019 terug te lezen dat DPG Nederland 2.971 mensen in vaste dienst heeft; minder dan de helft (1.292) is journalist. Volgens berekeningen van cfo Piet Vroman is het aantal fulltime journalisten 13,5 procent minder dan in 2015. ‘Direct na de overname van Wegener hebben we stevig ingegrepen,’ aldus Vroman. ‘Dat was noodzakelijk. Sindsdien zijn de redactiebudgetten en het aantal journalisten (fte’s) min of meer gelijk gebleven.’
Saneren doe je in één keer en dan goed, aan het begin van de rit, is een ander credo van Van Thillo. Toch spendeert DPG Nederland elk jaar zo’n 10 miljoen euro aan reorganisaties.
‘Uw kennelijke premisse dat kwaliteitsjournalistiek een rechtstreeks verband heeft met het aantal journalisten deel ik niet,’ zegt Frits Campagne, de president-commissaris van DPG Media. Voor de zogenoemde ‘transitie’ van ‘papier’ naar ‘digitaal’ moet DPG ‘heel veel nieuwe mensen aannemen die geen journalisten zijn, maar wel essentieel zijn voor de toekomst van de journalistiek,’ zegt Philippe Remarque.
Volgens Vroman investeert de Belgische DPG-moeder momenteel 100 miljoen euro per jaar in software, hardware en IT’ers, waarvan 60 miljoen ‘landt’ in Nederland. ‘Bij DPG wordt die digitalisering gefinancierd zonder veel geld weg te halen bij redacties,’ aldus Remarque.
Wedstrijden winnen
Onder DPG is de journalistiek er alleen maar op vooruit gegaan, stelt Pieter Klok, Remarques adjunct en nu zelf hoofdredacteur van de Volkskrant. ‘We hebben de organisatie efficiënter ingericht waardoor meer ruimte ontstond voor kwaliteitsjournalistiek.’ En, benadrukt Klok: ‘We hebben nog nooit zoveel journalistieke prijzen gewonnen als de afgelopen tien jaar. We hebben ook veel ruimte vrijgemaakt voor onderzoeksjournalistiek, waarvoor we ook veel erkenning hebben gekregen.’
Ook Van der Laan van Trouw wijst op de prijzen die zijn journalisten hebben gewonnen. Het is de cultuur van ‘wedstrijden winnen’, die diep binnen DPG Media is verankerd. Goed werkgeverschap is weggelegd voor de winnaars (in 2019 verdiende de tweekoppige Raad van Bestuur (Roddenhof en Vroman) in Nederland bijvoorbeeld 1,3 miljoen euro), maar niet voor de duizenden freelancers.
Geregeld staan in het AD, de Volkskrant en Trouw verhalen over de uitbuiting van flexwerkers. ‘De onderhandelingspositie van veel zzp’ers is zo slecht dat ze veel te weinig voor hun werk kunnen vragen,’ stelt Pieter Klok in een commentaar in zijn krant in juni 2017. Maar nu zwijgt hij over de lage tarieven in zijn eigen concern. ‘Ik vind het niet aan mij om te oordelen over regionale kranten die nu eenmaal werken met kleine oplages en veel edities, en niet te vergelijken zijn met landelijke kranten.’ Zijn eigen krant betaalt hogere tarieven, benadrukt hij. ‘Direct na mijn aantreden’ introduceerde Klok ‘een duidelijk freelancebeleid’.
De lat moet [.c-highlighted]hoger[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted]
Financieel floreert DPG als nooit tevoren. Vanaf 2015 maakt DPG Nederland winsten van enkele tientallen miljoenen euro’s per jaar, en de Belgische moeder zelfs honderden miljoenen. Ondanks de honderden miljoenen die DPG de laatste jaren uitgaf aan de overnames van Independer en Sanoma Nederland, voor een groot deel met geleend geld, voorspelt Piet Vroman dat de schuldenlast van het concern in 2020 ‘ruim onder twee keer’ de bedrijfswinst is gebleven.
In februari 2020 gaf Christian Van Thillo een interview waarin hij Erik Roddenhof voorstelde, zijn opvolger als ceo. ‘Erik schat de markt in,’ vertelde Van Thillo, ‘en zegt dan: “Nu, groeit die 3 procent? Wij gaan voor 15.” Ik heb dat nooit durven te doen. Maar ik moet zeggen: zo komt er veel creativiteit op gang.’
Hij is van ver gekomen, de open, eerlijke, bescheiden en totaal onbekende Vlaamse uitgever, die in 2003 nog dacht geen schijn van kans te maken om Het Parool in handen te krijgen. Onderzoeksjournalist Ludwig Verduyn, ooit werkzaam voor De Morgen, houdt het Belgische equivalent bij van de Quote 500. Hij schat het vermogen van de familie Van Thillo op 1,6 miljard euro – ruim vier keer zoveel als de 385 miljoen euro uit 2009.
Het Belgische moederbedrijf pronkt in haar eigen jaarverslag met de Nederlandse bedrijfswinst: 15,4 procent van de omzet!
Tot de commissarissen van DPG Nederland behoort sinds 2018 Annetje Ottow, een vooraanstaand mededingingsjurist. Ottow gaf eerder leiding aan het strategieteam voor de oprichting van de Autoriteit Consument & Markt. Heeft zij als commissaris van DPG contact gehad met de ACM over de overname door DPG van Sanoma Nederland? Antwoord van de ACM: ‘Nee.’
Betalen voor online nieuws
De DPG-top goochelt naar believen met de riante cijfers van het concern. In hun eigen uitingen bezingen de DPG’ers hoe vol het glas is. Zodra zij zich in de rechtszaal moeten verantwoorden voor hun karige honorering van freelancers, is het glas ineens bijna leeg.
‘De Persgroep is geen monopolist, want hij heeft geen macht,’ betoogden de advocaten die DPG in stelling bracht tegen Britt van Uem en Ruud Rogier. De uitgeverij moet ‘keihard concurreren’ op prijs, kwaliteit en toegevoegde waarde, ‘online en offline’. Op zijn Nederlandse kranten maakt DPG een winst ‘van niet meer dan enkele procenten’ van de omzet. Over 2019 is de nettowinst van DPG Nederland inderdaad niet meer dan 1,3 procent van de omzet. Maar de Belgische moeder pronkt in haar eigen jaarverslag met de Nederlandse bedrijfswinst: 15,4 procent van de omzet!
De kantonrechter in de zaak-Van Uem/Rogier liet zich niet in de luren leggen. De ACM wel. De ‘waakhond’ baseert al zijn besluiten over machtsconcentratie door overnames in belangrijke mate op informatie van de betrokken bedrijven. Soms is het of je de DPG-juristen hoort oreren, in het ACM-besluit om de overname van Sanoma Nederland goed te keuren. Daarin gaat de ACM alle deelmarkten langs die door deze machtsconcentratie worden beïnvloed.
Misschien wel de grootste deelmarkt is die voor online nieuws. Alle uitgevers proberen immers om hun ‘papieren’ abonnees te digitaliseren, en de miljoenen die hun nieuws nog altijd gratis van het web halen te verleiden een abonnement te nemen.
DPG was hier al groot, met AD.nl en de andere krantensites. Met Sanoma kwam daar nog NU.nl bij, de marktleider in online nieuws.
Toch acht de ACM het ‘niet aannemelijk’ dat de vrije mededinging ‘significant wordt belemmerd’, omdat de bereidheid van consumenten om te betalen voor online nieuws ‘nog relatief beperkt is’. Slechts 11 procent zou een digitaal abonnement overwegen, blijkt uit ‘eerder onderzoek van de ACM’, en het is ‘de vraag of consumenten dit in de toekomst meer gaan doen’. Het Sanoma-besluit dateert van april 2020.
Kennelijk zag de ACM bij zijn ‘onderzoek’ een interview over het hoofd dat Erik van Gruijthuijsen precies een jaar eerder gaf over de ‘explosieve groei van het online bereik’ van het AD en de regionale DPG-kranten. ‘Dit jaar zullen we tienduizenden nieuwe digitale abonnees aan ons binden,’ voorspelde de DPG-directeur. ‘En het mooie is: dat zijn vooral mensen die nog nooit betaald hebben voor journalistiek.’
Inmiddels hebben het AD en zijn regionale satellieten NOS.nl van de tweede plaats verdrongen, achter NU.nl. In België en in Nederland ‘vangt de groei in digitale lezersinkomsten de daling in print op’, schrijft Piet Vroman in het groepsjaarverslag over 2019.
[.c-highlighted]Waken[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted] over identiteit
Van Thillo investeert in een nieuwe toekomst voor papieren kranten, hij haalt de uitgeverij niet leeg zoals Apax dat deed met PCM: dat is het frame waarin hij zijn opmars heeft geplaatst en dat door iedereen is overgenomen, ‘waakhonden’ en zijn eigen hoofdredacteuren inbegrepen. Natuurlijk schuilt er veel waars in dat verhaal, anders zou het niet zo overtuigend zijn.
Van Thillo is een prudent boekhouder. Na overnames schrijft DPG zo snel mogelijk af op de goodwill, de premie die het concern heeft betaald boven op de boekwaarde van de prooi, en betaalt het even rap de bankkredieten terug waarmee de overnames zijn gefinancierd.
Wat ook klopt, is dat Van Thillo en zijn medeaandeelhouders Nederlandse winst zoveel mogelijk in DPG Nederland laten zitten. De stichtingen ontvangen pas sinds 2019 een jaarlijks dividend, en tot op heden is ‘geen cent’ van de Nederlandse winst naar België gevloeid, verzekert Vroman. De 312 miljoen euro aan dividend en kapitaal die het concern tussen 2004 en 2018 uitkeerde aan de familieaandeelhouders, waren ‘volledig door de Belgische activiteiten gegenereerd’.
Van Thillo’s matiging en boekhoudprudentie dienen niet alleen zijn Nederlandse kranten, maar ook hun Belgische eigenaren.
Maar het verhaal verdient aanvullingen. Onlangs breidde Van Thillo zijn belang in DPG Nederland uit van 52 naar 69 procent, door aandelen over te nemen van Stichting Democratie en Media, nog altijd zijn grootste medeaandeelhouder, en van Stichting de Volkskrant (ook Trouw en Het Parool hebben zulke stichtingen, die de identiteit en redactionele onafhankelijkheid van de titels moeten bewaken). De 33 miljoen euro die voor die transactie nodig was, kwam uit een speciaal potje dat tussen 2012 en 2019 is opgebouwd uit de winsten van DPG Nederland. Hier vloeide, andersom, geen cent van België naar Nederland, ofschoon Van Thillo’s belang in DPG Nederland door de terugkoop fors meer waard is geworden.
Bovendien roept de deal de vraag op in hoeverre de stichtingen nog waken over hun kranten. Stichting Democratie & Media (SDM) laat weten dat de omvang van haar belang in DPG ‘geen doel op zich is voor de invulling van het ideële aandeelhouderschap van SDM of haar statutaire doelstelling’. De pluriformiteit van de Nederlandse media kan SDM ook dienen met een kleiner belang, onder meer ‘door waarborgen als het prioriteitsaandeel’, waarmee SDM de onafhankelijkheid en identiteit van de titels bewaakt.
Ratrace om het [.c-highlighted]nieuws[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted]
Van Thillo’s matiging en boekhoudprudentie dienen niet alleen zijn Nederlandse kranten, maar ook hun Belgische eigenaren. DPG Nederland is veel meer waard dan de 130 miljoen die Van Thillo twaalf jaar geleden investeerde in PCM. Meer dan ooit kan hij het zich veroorloven om ‘geen specifiek rendement’ voor ogen te hebben – winst maakt DPG Nederland genoeg. Samen met zijn managers en hoofdredacteuren heeft Van Thillo het lelijke eendje PCM weten om te vormen tot het mooiste meisje onder de Nederlandse mediaconcerns.
Nog altijd houdt hij vol dat hij ‘voor de lange termijn’ in Nederlandse kranten zit. Maar als hij DPG Nederland morgen wil verkopen, kan niemand hem tegenhouden. Althans: dat weten we niet. Zeker is dat Christian Van Thillo aandelen heeft in het moederconcern DPG Media. Maar hoeveel, en of hij nog mede-aandeelhouders heeft en wie dat dan zijn, blijft het geheim van de Nederlandse stichting, een zogenoemde ‘stak’ (stichting administratiekantoor), die de aandelen in de moeder beheert.
Geheimhouding is sowieso een cruciaal element in Van Thillo’s modus operandi, waarvan zijn hele onderneming is doortrokken. Zijn hoofdredacteuren willen niet zeggen wat zij verdienen, en hoe hoog precies die redactiebudgetten dan zijn, die al die jaren ‘min of meer stabiel’ zouden zijn gebleven.
De ‘creativiteit’ die Roddenhof volgens Van Thillo in het bedrijf brengt, betekent vooral: zoveel mogelijk produceren voor zo min mogelijk geld. Deze ‘ratrace om het nieuws’ dreef de ervaren journalist Mark Hoogstad ertoe om na vierenhalf jaar ‘vakkenvullen’ zijn vaste baan bij AD Rotterdams Dagblad op te zeggen. ‘Ik was te veel en te vaak bezig met kwantiteit, en kwam steeds minder toe aan kwaliteit,’ schreef Hoogstad op Villamedia, enkele maanden voordat hij overleed aan een ernstige ziekte. ‘Productie ging boven prestatie. Chefs en leidinggevenden duiken of voelen zich al snel op hun teentjes getrapt als zij vanaf de werkvloer kritische geluiden – als die al durven te worden uitgesproken – krijgen over de moordende werk- en prestatiedruk.’
Het tekent de cultuur binnen DPG Media. Uit vele gesprekken met tientallen (oud-)medewerkers die unaniem anoniem wensen te blijven, blijkt dat het debat op de werkvloer is verstomd. ‘Een merkwaardige spagaat’ noemde Hoogstad dat. ‘Journalisten staan op de loonlijst om de buitenwereld te pas en te onpas kritisch tegen het licht te houden, maar wee diegene die het waagt om intern op de alarmknop te drukken. Dat is not done.’ Wen er maar aan, ‘dit is de norm’, kreeg Hoogstad ‘vaak genoeg én tot vervelens toe’ te horen van zijn collega’s.
Hoogstad beschreef hoe hij langzaam maar zeker veranderde in een ‘inktkoelie’, die zichzelf betrapte op slordigheden en onvoldoende hoor en wederhoor. Terwijl Van Thillo adverteerders lokt met ‘kwaliteitsjournalistiek’, komen zijn inktkoelies steeds minder toe aan die kwaliteit, met name in de regio. Tegenover hun uitgeklede honoraria staan de riante beloningen voor de top van het concern. Alle managers kunnen jaarlijks een mooie bonus tegemoet zien.
Ook de hoofdredacteuren, zo onthulde het FD in 2014. Philippe Remarque kreeg dat jaar zeventig mille extra, zijn adjunct Klok dertig mille. Als redacteur Economie was Klok ooit medeauteur van het boek Bonus! en geloofde hij dat bonussen hebzucht aanwakkeren. Nu zegt hij daarover: ‘Ik geloof ook niet in bonussen die gekoppeld zijn aan targets, zeker niet in de journalistiek, waar de intrinsieke motivatie hoog is. Maar met een bonus als blijk van waardering heb ik geen moeite. Bij de Volkskrant zijn de bonussen sinds 2014 maximaal 10 procent van het jaarsalaris.’
Handen in de lucht
In het vliegtuig terug van de Advertisers’ Summit in Boedapest blijft het nog lang onrustig, zo vertellen de foto’s. De deelnemers hebben kleine oogjes van de zwoele Hongaarse zomernacht. Gelukkig krijgen zij paracetamol uitgereikt met het logo van DPG Nederland: ‘Zware ochtend? Dit maakt hem vast wat lichter.’
In het gangpad begint een saxofonist te spelen. Synchroon gaan alle handen de lucht in. Alle inzittenden zijn nog high van de toespraak waarin Christian Van Thillo, ‘deze charismatische Belgische ondernemer pur sang’ volgens de site van de Summit, vertelde ‘hoe wij relevant zijn én blijven voor onze lezers en adverteerders’.
De hoofdredacteuren doen, als ambassadeurs van hun kranten, enthousiast mee. Cees van der Laan van Trouw laat weten dat hij ‘diverse malen’ heeft deelgenomen aan DPG’s Advertisers’ Summits. ‘Er is geen sprake van vermenging van journalistiek en commercie,’ benadrukt hij. ‘Dat blijft uiteraard strikt gescheiden.’
Deze productie is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten. Spit is een coöperatie van zes onderzoeksjournalisten.
Bron:
Bron:
Bron: