In Nederland wint de lobby het van de cultuur
De staatssecretaris Cultuur en Media wil dat streamingdiensten gaan bijdragen aan de ontwikkeling van films van Nederlandse bodem. Maar de coalitiepartijen zijn druk bezig het toch al niet zo harde wetsvoorstel stukje bij beetje te strippen tot er weinig van overblijft. ‘Een gênante vertoning.’
‘Best een mooie regeling,’ noemde staatssecretaris Cultuur en Media Gunay Uslu (D66) onlangs in de Tweede Kamer haar wetsvoorstel om de grote streamingdiensten zoals Netflix, Videoland en Disney+ te verplichten minimaal 4,5 procent van hun Nederlandse omzet te investeren in Nederlandse speelfilms, dramaseries en documentaires, bedacht en geproduceerd door Nederlandse makers. Tegelijkertijd gaf Uslu toe ‘hartstikke jaloers’ te zijn op landen als Italië en Frankrijk, die veel meer eisen stellen. ‘We hebben hier in Nederland gewoon een hele andere traditie.’
Met die laatste opmerking refereerde de staatssecretaris bewust of onbewust niet alleen aan het culturele landschap, maar ook aan de machteloosheid van de huidige Nederlandse politiek. Om innovatie, creativiteit en pluriformiteit te bevorderen, eist de politiek dat de Nederlandse publieke omroep (NPO) een kwart van het totale budget besteedt aan buitenproducenten. Officieel heten die ‘onafhankelijk’, maar dat zijn ze zelden: de meeste, vooral de grotere huisleveranciers van de NPO, zijn in handen van niet-Nederlandse mediaconglomeraten, zoals Vrij Nederland al eerder schreef. Daardoor verdwijnt jaarlijks zo’n 180 miljoen euro aan publiek geld uit het zicht. Daar worden programma’s van gemaakt, maar een gedeelte belandt ook in de zakken van buitenlandse aandeelhouders. Niemand weet hoeveel.
Ruimte voor misbruik en ontduiking
Uslu beoogt met haar ‘best mooie regeling’ de bescherming van de Nederlandse audiovisuele industrie, en van de Nederlandse taal en cultuur, waarvan bewegend beeld een essentiële uiting en drager is. Die industrie en cultuur staan onder druk door de explosieve groei van de streamingdiensten. Tussen 2018 en 2021 knalde hun gezamenlijke omzet in Nederland van 324 naar 822 miljoen euro, aldus de Cultuurmonitor 2022, een jaarlijks rapport van de Boekmanstichting, een onafhankelijk kenniscentrum voor kunst, cultuur en beleid. Dat is bijna evenveel als de 850 miljoen euro belastinggeld die het ministerie van OCW jaarlijks investeert in de NPO.
Voor de wereldwijd opererende mediareuzen is het veel voordeliger om te investeren in nieuw en bestaand Engelstalig materiaal dan in lokaal gemaakt werk met een beperkt verkooppotentieel buiten het kleine Nederlandse taalgebied. De Raad voor Cultuur adviseerde daarom al in 2018 dat de Staat zelf jaarlijks vijftig miljoen euro extra aan publiek geld in de Nederlandse audiovisuele industrie moet steken. Bijvoorbeeld door het werkveld van het Nederlands Filmfonds te verbreden van alleen speelfilms naar ook series en documentaires, en het budget dienovereenkomstig te verhogen. Via een heffing is die verhoging te verhalen op de streamers.
De Fransen doen het al decennialang zo. De Franse overheid ondersteunt de Franstalige, in Frankrijk bedachte en gemaakte film op allerlei manieren, onder meer door bioscopen en omroepen te verplichten een bepaald percentage Frans werk te presenteren. De Franse film behield daardoor een prominente positie in de globalisering van kunst en cultuur. De Nederlandse politiek durft niet te beginnen aan zulk proactief beleid, en beperkte zich tot de investeringsverplichting voor de streamingdiensten.
Die verplichting biedt meer ruimte voor misbruik en ontduiking, waarschuwt de Raad van State in zijn advies over Uslu’s voorstel. ‘Met name de onduidelijkheid over het begrip “Nederlands cultureel audiovisueel product” is problematisch, omdat dit de kern van het wetsvoorstel raakt’, aldus de Raad in zijn advies. Martin Bosma, de mediaspecialist van de PVV in de Tweede Kamer en geen voorstander van de investeringsplicht, omschreef hoe handige filmjongens straks met adviseurs om de tafel gaan zitten voor procedures. ‘Dan zegt die handige Zuidas-advocaat ook nog eens: het scenario van deze hitsige Ibizafilm is luchtigjes gebaseerd op Lucifer van Van den Vondel en op Van de koele meren des doods van Frederik van Eeden. Ik schrijf zo de pleitnota.’
En hoe controleer je of streamingdiensten daadwerkelijk in Nederland investeren, en hoeveel, waarin en bij wie dan?
De weg naar de staatssubsidietrog
Het is niet eens de oppositie die Uslu’s voorstel torpedeert. Het zijn juist de coalitiepartijen die, onder leiding van VVD en CDA, het toch al niet zo harde wetsvoorstel stukje bij beetje strippen tot er niet zo heel veel meer van overblijft. Zo willen zij ineens dat streamingdiensten hun Nederlandse percentage ook mogen gaan investeren in reality- en spelletjesshows. Maar zulke formats behoeven helemaal geen ondersteuning. De grote mediaconcerns maken ze toch wel, omdat ze garant staan voor een massaal bereik en dito rendement. Van wat we in Nederland in dit genre te zien krijgen, is het meeste een kopie van een buitenlands origineel. Investeringen in dit soort entertainment dragen dus nauwelijks bij aan de artistieke creativiteit van Nederlandse makers.
Pim van Strien, het Kamerlid dat namens de VVD Uslu’s wetsvoorstel hielp uit te kleden, profileert zich als voorvechter van het vrije ondernemerschap. Maar wat hij in feite doet, is de weg naar de staatssubsidietrog vrijmaken voor zijn ondernemende vrienden. Vooral de grotere, meer gevestigde politieke partijen doen dat al jaren, overal in Europa. Mondkapjes, big tech, defensie, industriële landbouw: overal waar publiek geld valt te verdienen, of juist privaat geld, door regels en toezicht buitenspel te zetten, wint de lobby van grote bedrijven het van de goede bedoelingen van de politiek.
Sterker nog, de machtigste en meest enthousiaste corporate lobbyist zit in het kabinet. Dat is Mark Rutte, ons aller premier. Hij hielp Shell, dat vorig jaar een recordwinst boekte van 35,8 miljard euro, via geitenpaadjes en flexibele interpretaties van regels aan 150 miljoen euro Europese waterstofsubsidie, ontdekte Follow the Money. En hij gooide zijn collega-premier van de Faeröer-eilanden onder de bus toen die paal en perk wilde stellen aan overbevissing door de Nederlandse visgigant Parlevliet & Van der Plas, schreef onderzoekscollectief Spit.
Graat in de keel
Ook de streamingdiensten en grote producenten kunnen rekenen op de steun van de VVD. Het oorspronkelijke voorstel van Uslu wordt beetje bij beetje afgebroken. De coalitie wil dat er mínder geld gaat naar onafhankelijke producenten en er mag méér geld naar comedy en realityshows. Lisa Westerveld (GroenLinks) ziet vooral ‘een koehandel om de streamingdiensten niet al te stevig aan te pakken’, zei ze vorige week in het zoveelste debat over deze soap. Mohammed Mohandis (PvdA) noemde het ‘een gênante vertoning’.
Uslu zelf ontraadde de meeste voorstellen van de coalitiepartijen. ‘Omdat het doel van het wetsvoorstel ermee wordt ondermijnd.’ Door de aanpassingen van VVD, CDA, D66 en de ChristenUnie zal minder worden geïnvesteerd dan in haar oorspronkelijke wetsvoorstel. Terwijl, zo zei de staatssecretaris, ‘Nederlandse films, series en documentaires juist onder druk staan’.
Haar boodschap was aan dovemansoren gericht. Dinsdag 6 juni stemde een meerderheid van de Tweede Kamer voor de afbrokkeling van het wetsvoorstel. Het lijkt erop dat vooral de multinationals het oor hebben van de zittende macht, ‘de hele andere traditie’ waar Uslu aan refereerde.
Toevallig bezocht premier Mark Rutte (VVD) onlangs het hoofdkantoor van Netflix voor Europa, Afrika en het Midden-Oosten dat zetelt in Amsterdam. En dat was niet voor niets, twitterde de minister-president enthousiast. ‘Nederland heeft een goed vestigingsklimaat.’
Het stak de regisseurs als een graat in de keel. Terwijl er nog gestemd moest worden over het wetsvoorstel, ‘heeft Mark Rutte geen enkele interesse getoond in Nederlandse drama- en documentairemakers’, mailde vakvereniging Dutch Directors Guild naar de Tweede Kamer. De onafhankelijke makers, die vaak nauwelijks geld krijgen van streamingdiensten die hun producten plaatsen, trekken wederom aan het kortste eind.
Dit onderzoek verscheen ook bij Villamedia.
Bron:
Bron:
Bron: