Hoezo inspraak? In de praktijk staat de burger vaak [.c-highlighted]buitenspel[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted]
Als de Omgevingswet in januari 2023 wordt ingevoerd, krijgen burgers meer inspraak. Maar om dat te laten slagen, moeten we afrekenen met de typisch Nederlandse netwerkcorruptie, zeggen experts. ‘In Nederland spelen informele processen en lobby een grote rol. Dat maakt onze democratie extra kwetsbaar.’
De Bonte Bentheimers die knorrend op een modderig terrein naast het treinstation van Oosterbeek in de grond wroeten, zijn op een missie: Oosterbeek bevrijden van de Japanse duizendknoop. En dat is nodig ook. De wortels van deze gevaarlijke exoot groeien dwars door asfalt en steen heen en vormen een gevaar voor wegen, gebouwen en spoor.
Het idee om deze plaag met varkens te bestrijden, kwam van een bewoner van de nabijgelegen woonwijk Dreyeroord. De gemeente Renkum, waartoe Oosterbeek behoort, zag er wel iets in. Ook de buurt was positief. Maar na een paar jaar draaide de gemeente de subsidiekraan dicht en dreigden de varkens te eindigen als worst. De Dreyeroorders kochten toen de Bentheimers op en begonnen een crowdfunding voor de kosten van het voer. ‘Sindsdien zorgt de buurt voor de varkens,’ zegt buurtbewoonster Marijke van der Geest, terwijl ze de straat oversteekt naar het blijf-van-mijn-lijfhuis.
Via een klinkerpad gaat de weg omhoog naar een bakstenen gebouw dat verscholen ligt tussen dikke bomen. Bij de ingang scannen camera’s het terrein op ongenode gasten. Het pand is nog in gebruik, maar gaat binnenkort tegen de vlakte om plaats te maken voor een kleine woonwijk. Na het varkensproject is dit het nieuwe gemeentelijke plan waarmee de buurt zich bezighoudt. Van der Geest, een energieke voormalig organisatieadviseur, is een van de kartrekkers.
De samenwerking tussen gemeente en bewoners loopt ditmaal minder soepel. ‘Wat wij ook op tafel leggen, de gemeente negeert het,’ verzucht Van der Geest. Die halsstarrige houding creëert achterdocht in de buurt. Er zou een lucratieve deal in de maak zijn, waarvan de gemeente Renkum, een ingehuurde projectleider, een grote bouwondernemer en een ontwikkelaar uit Weert profiteren. Ten koste van een noodlijdend blijf-van-mijn-lijfhuis, het woongenot van de Dreyeroorders en een ruim honderd jaar oud bos. Geruchten, speculaties, of trieste werkelijkheid?
De omgevingswet
In januari krijgt Nederland een Omgevingswet, de grootste wetgevingsoperatie sinds de invoering van de Grondwet in 1848. Honderden regelingen op het gebied van ruimtelijke ordening komen samen in de nieuwe wet, met als belangrijkste verandering dat gemeenten meer beslissingsbevoegdheid krijgen. De burger krijgt onder de noemer ‘participatie’ een belangrijker rol bij nieuwe bouwplannen.
Hoe werkt dat in de praktijk? Onderzoekscollectief Spit onderzoekt casussen waarin burgers in zo’n participatietraject zijn terechtgekomen. Hebben zij echt invloed? Of lopen ze op tegen bureaucratie, economische belangen en een monistische bestuursstijl? Zo ja, wat zou er beter moeten? De resultaten van het onderzoek verschijnen in Vrij Nederland.
[.c-highlighted]Groot geld[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted]
Gemeenten zijn bij grote bouwprojecten verplicht om de belangen van inwoners mee te wegen. Die burgerrol wordt nog groter als in januari de Omgevingswet wordt ingevoerd. Die versimpelt veel regels rond vergunningen en maakt het voor projectontwikkelaars en investeerders makkelijker om hun plannen te realiseren. Om te voorkomen dat de bouwbranche straks bepaalt hoe de woonomgeving eruitziet, krijgen burgers een actievere rol toebedeeld in het meedenken over de plannen.
Bij zoiets als de bestrijding van onkruid met varkens werkt het nog wel. Maar als het over grondpolitiek en groot geld gaat, loopt die participatie vaak stroever. Dan hebben bestuurders, ambtenaren en projectontwikkelaars moeite los te komen van hun gemeenschappelijke denkkaders en lopen bewoners zich al snel vast op een hecht netwerk van beroepsbestuurders en ondernemers die dezelfde taal spreken en gewend zijn samen zaken te doen. Dat leidt tot achterdocht bij burgers. Speelt de wethouder onder één hoedje met de ontwikkelaar?
Onderzoekscollectief Spit onderzocht deze dynamiek aan de hand van twee voorbeelden. We zagen een diepe kloof tussen de formele uitleg van de wet door bestuurders en ontwikkelaars enerzijds en het rechtvaardigheidsgevoel van participerende burgers. En deze voorbeelden staan niet op zichzelf, zeggen experts die we spraken.
De prijs drukken
Terug naar het blijf-van-mijn-lijfhuis in Oosterbeek. Het sobere complex aan de Nico Bovenweg staat daar sinds de jaren zestig. Het bood toen plaats aan honderd kinderen en dertig ongehuwde moeders, die daar onder begeleiding van een groepje nonnen geblinddoekt bevielen, om direct daarna hun kind af te staan. In de jaren tachtig nam Stichting Moviera de organisatie over. Sindsdien is het een blijf-van-mijn-lijfhuis.
Sinds de jaren negentig is de organisatie gekrompen vanwege afnemende subsidie-inkomsten. Het verouderde, slecht geïsoleerde gebouw is te groot geworden. In 2016 besloot de stichting het te verkopen. Dat zou Moviera mogelijk een mooi bedrag opleveren om elders een moderner pand te kopen. Als de gemeente Renkum woningbouw toelaat − volgens experts waarschijnlijk − zal het terrein minimaal drie miljoen euro opbrengen, rekende een taxateur uit.
De gemeente Renkum was de eerste potentiële koper waarmee de stichting in zee ging. Die huurde de plaatselijke projectontwikkelaar Hendrik Jan van Dijk als zzp’er in om de onderhandelingen te voeren. Van Dijk speelde het hard, blijkt uit een interne memo waarin hij het gemeentebestuur rapporteert over de onderhandelingen. Om de prijs te drukken, heeft hij Moviera voorgehouden dat er een grote kans bestaat dat de gemeenteraad géén woningen op het terrein toelaat vanwege te verwachten weerstand van omwonenden, het bos en het spoorweglawaai. Van Dijk ziet nog een probleem: ‘Indien er wooncontingenten worden vrijgegeven dan kunnen deze alleen aangewend worden bij verkoop aan de gemeente.’ Ofwel: alleen als Moviera aan de gemeente verkoopt, zal de gemeente woningen toewijzen voor deze locatie.
In dezelfde memo houdt Van Dijk het gemeentebestuur een heel ander verhaal voor. Hij verzekert de gemeente dat zij het terrein met een gerust hart kan kopen. Voor spoorweglawaai kan ontheffing worden aangevraagd, van de omwonenden verwacht hij weinig weerstand. Uit de memo blijkt ook dat de gemeente al in juli 2016 schetsen heeft laten maken voor de invulling van woningbouw op de locatie.
De tactiek werkte. Moviera ging eind 2017 akkoord met een bod van 1,9 miljoen euro − de WOZ-waarde van het terrein zonder woningbouw. Een miljoen minder dan de stichting volgens de taxatie had kunnen krijgen. Kort daarna begon de gemeente de voorbereiding voor een bestemmingsplanprocedure om er woningbouw mogelijk te maken. De ingehuurde projectontwikkelaar Van Dijk ging onderhandelen met Toplevel, een projectontwikkelaar uit Weert die later onder de naam Topven een consortium opzette met een Tilburgs bouwbedrijf.
Een [.c-highlighted]wit vel[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted] papier
Eind 2017 raakte ook Marijke van der Geest betrokken bij het project. We spreken haar bij haar buurman Rob Keukens. Ze kijken uit op de groenstrook van het Moviera-terrein. ‘In november 2017 lazen we in de krant dat de gemeente in overleg met omwonenden een wijkje wilde gaan bouwen,’ vertelt Keukens. Een half jaar later zaten ze met ruim honderd buurtgenoten in het gemeentehuis van Renkum voor de eerste participatiesessie. ‘Daar kregen we een wit vel papier waarop we onze wensen mochten schrijven.’
De buurt was eensgezind. Ze wilden een appartementencomplex met enkele huizen eromheen, zodat er veel betaalbare woningen konden komen en het bos behouden zou blijven. Maar Topven, dat de participatieavond leidde, veegde dat idee van tafel. Appartementen zouden te moeilijk verkoopbaar zijn. ‘Wij dachten toen al: wat doet die projectontwikkelaar hier?’ zegt Van der Geest. ‘Wethouder Jasper Verstand verzekerde ons dat alles nog open stond. Dat er nog geen plan was. Dat Topven daar op eigen risico was om naar naar onze wensen te luisteren,’ zegt Van der Geest.
De Dreyeroorders verwachtten de gemeente nog wel aan hun kant te krijgen. Hun ideeën waren in lijn met het gemeentebeleid, namelijk dat er zoveel mogelijk bos bewaard moest blijven. En conform de nieuwe Omgevingswet wilde de gemeente omwonenden bij de plannen betrekken.
De buurt maakte werk van het participeren. Ze worstelden zich door ingewikkelde wetteksten, spitten honderden documenten door, droegen oplossingen aan, stapten in een projectgroep, mailden en belden zich een slag in de rondte en richtten zelfs een stichting op. De gemeente leek minder enthousiast. ‘Die stuurde documenten niet of te laat op, beantwoordde onze vragen niet, negeerde onze voorstellen en zette ons weg als nimby’s,’ moppert Van der Geest.
Dure huizen ingetekend
De irritatie nam toe toen ze na een Wob-procedure vier uitgewerkte plannen van Topven kregen. Die bleken al in de eerste maanden van 2018 te zijn gemaakt, in samenwerking met de door de gemeente ingehuurde zzp-projectleider Van Dijk. ‘Nog vóór de eerste participatieavond dus,’ zegt Van der Geest. ‘Dat was niet hoe de wethouder het ons vertelde.’
Die eerste plannen werden aanvankelijk door de gemeente afgekeurd. Ze hielden geen rekening met het hoogteverschil op het terrein en er sneuvelde meer groen dan toegestaan. Dat stelde de buurt gerust. Het verbaasde hun dan ook dat de gemeente daarna geen andere partijen een kans gaf, maar bleef vasthouden aan Topven.
Volgens de gemeente was het lastig andere partijen te vinden. Maar er waren wel degelijk andere geïnteresseerden. Ze kregen alleen geen kans. De gemeente gaf Topven alle tijd om − in samenwerking met Van Dijk − een passend plan te maken. Een klein jaar later, in december 2019, lagen er drie nieuwe plannen. Van de eis om zo veel mogelijk bomen overeind te houden, was daarin weinig terug te zien. ‘Er waren zo veel mogelijke dure huizen ingetekend,’ zegt Keukens. (Topven laat weten dat er ook sociale huurappartementen en goedkope koopwoningen in het plan stonden.)
‘Die presentatie was tijdens de laatste participatiebijeenkomst, de donderdag voor Kerst 2019. Van ons werd verwacht een stem uit te brengen op het plan van onze voorkeur. Maar die avond vierden alle scholen kerstfeest. De bijeenkomst werd hoofdzakelijk bevolkt door vertegenwoordigers van de ontwikkelaar en betrokken ambtenaren.’
[.c-highlighted]Bomen omgehakt[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted]
Om duidelijk te maken dat ze het gekozen plan niet steunden, schreef de buurt een burgervisie en stapte naar de gemeenteraad. De volksvertegenwoordigers waren kritisch op de bouwplannen. Maar toen wethouder Jasper Verstand kort daarna een besloten bijeenkomst belegde, verstomde de kritiek. De aanwezige raadsleden moesten een eed tot geheimhouding afleggen, zodat het besprokene binnenskamers bleef. In de wandelgangen zong al snel rond dat de wethouder de raadsleden die avond flink onder druk zette. De gemeente zou een miljoen euro mislopen als de raad tegen het plan zou stemmen.
Waarom wethouder Verstand druk op de raad zette, werd duidelijk toen Van der Geest via een Wob-procedure druppelsgewijs steeds meer documenten binnenkreeg. Uit die stukken valt op te maken dat Topven al in een vroeg stadium drie biedingen deed van gemiddeld drie miljoen, met als harde voorwaarde dat de gemeenteraad eerst een kaderstellend plan zou goedkeuren. Dat moest het op de donderdag voor Kerst gekozen plan van de ontwikkelaar worden. Met te veel twijfelende raadsleden zou dat mislopen.
De raad boog mee. ‘Het gekozen plan kan rekenen op het meeste draagvlak van omwonenden,’ schreef Van Dijk aan de gemeenteraad in de begeleidende tekst bij het plan. ‘En dat was niet de enige onwaarheid in het voorstel,’ stelt Keukens. ‘De ontwikkelaar verdient alleen aan dure huizen. Dus schrijft de gemeente in het raadsvoorstel: “Op basis van diepgaand onderzoek is de inpassing van een appartementengebouw financieel niet haalbaar.” Niemand heeft dat onderzoek ooit gezien. Later kwam ook uit dat er ruim twaalf maal zoveel dikke bomen zouden worden omgehakt als de plaatjes bij het raadsvoorstel lieten zien.’ Voor de gemeenteraad was het allemaal voldoende. Die keurde het kaderstellende plan goed.
Netwerk[.c-highlighted]corruptie[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted]
Willeke Slingerland herkent het niet-pluisgevoel van de buurtbewoners in Oosterbeek. Zij is lector weerbare democratie aan de Saxion Hogeschool, gespecialiseerd in netwerkcorruptie. ‘Mensen denken dan al gauw aan omkoping: een zak geld onder de tafel. Maar bij netwerkcorruptie draait het om groepsdenken,’ legt Slingerland uit. ‘Als er in het centrum van de macht geen cultuur van tegenspraak bestaat, ontstaan daar netwerken van mensen die elkaar goed kennen − of in elk geval elkaars “taal” spreken. Ze bevestigen elkaar in hun denken en doen en zijn loyaal aan elkaar. Als dat soort netwerken − meestal met de beste bedoelingen − plannen uitvoeren, verliezen ze al snel de ideeën die buiten de denkkaders van de groep vallen uit het oog.’
Zo’n netwerk is corrupt omdat het de democratische besluitvorming frustreert, zegt Slingerland. ‘Nederland is van het poldermodel, waarin informele processen en lobby een grote rol spelen. Dat maakt onze democratie extra kwetsbaar voor netwerkcorruptie.’ Met decentralisaties als de Omgevingswet, waarbij lokale netwerken steeds meer beslissingsruimte krijgen en naar eigen inzicht kunnen handelen, groeit dit probleem in Nederland.
‘Participatie komt niet van de grond, omdat informele structuren zo hardnekkig zijn,’ zegt Slingerland. ‘Als je daar oog voor hebt, zie je waarom heel veel dingen juridisch wel goed zijn, maar het speelveld toch oneerlijk is. Ideeën en kritiek van buitenstaanders worden genegeerd, terwijl de leden binnen zo’n netwerk naar elkaar toe juist heel vergevingsgezind zijn. Daardoor schuiven de ethische grenzen steeds verder op.’
Warm gevoel
Een ander voorbeeld. In het gemeentehuis van Leiden kijken op een februari-avond in 2019 vijf mannen van het Rotterdamse vastgoedbedrijf RED Company vanaf een klein balkon op de raadzaal neer. De vastgoedontwikkelaar wil in Leiden-Noord drie mega-woontorens bouwen − de hoogste 115 meter − die ruimte bieden aan 560 woningen, een zwembad, een parkeergarage en een park. ‘LEAD’ heet het project waarover Leiden al een paar jaar in rep en roer is.
De gemeenteraad stelt vanavond de kaders vast voor de verdere uitwerking van dat plan. Maar vanuit de buurt klinkt veel kritiek. Er is een recordaantal van 23 insprekers op de raadsvergadering afgekomen. Toch zitten de projectontwikkelaars op het balkon er ontspannen bij. ‘Ik ben geboren en getogen in Leiden,’ begint inspreekster Meike Bisschops haar verhaal. Ze legt uit dat ze al anderhalf jaar naar een nieuwe woning zoekt. Ze baalt ervan dat een kleine groep tegenstanders van hoogbouw veel bombarie maakt ten koste van een veel grotere groep woningzoekenden. Zelf krijgt ze ‘een warm gevoel’ bij het project.
Dat geldt ook voor Mandy van Hese. Zij leest een brief voor van haar man Daan van Hemert. ‘Ik kom uit Leiden-Noord. Vroeger was dat de wijk van het normale volk. Nu wonen daar yuppen,’ schrijft Van Hemert. Ook hij vindt het vreemd dat een klein groepje zogenaamde nieuwe bewoners zoveel ophef maakt en daarmee de oorspronkelijke bewoners de gelegenheid ontzegt terug te keren. Van Hese weet niet hoeveel mensen haar mening delen, zegt ze. ‘De berichten zijn veelal negatief, maar op deze avond hoor ik veel voorstanders.’
Behoorlijk [.c-highlighted]suggestief[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted]
Dat is niet zo vreemd, zegt Adinda Slingerland (geen familie van Willeke Slingerland, red.). De lerares Nederlands was een van de 27 insprekers, vertelt ze. ‘Wij kwamen erachter dat de meeste pro-LEAD-insprekers behoren tot de vriendenkring van de mannen op het balkon. Meike Bisschops is zelfs de partner van een van hen.’
Toen de buurtgenoten verder groeven, stuitten ze op een brief die een bekende van een van hen naar de gemeenteraad zou hebben gestuurd. ‘Geachte raadsleden,’ begint het schrijven. ‘Samen met mijn partner zijn wij op zoek naar een hoogwaardige woning (gelijkvloers) en die is ontzettend lastig te vinden. Wij lazen afgelopen najaar over het project LEAD en wij zijn gaan kijken bij de informatieavond. Op die avond hoorden we om ons heen veel waardering voor het hele participatieproces. Nu opeens lees ik in de pers dat kennelijk veel mensen in Noord tegen het project zouden zijn. Ik vind de berichtgeving hieromtrent behoorlijk suggestief en heeft een nogal hoog N.I.M.B.Y. (Not In My Back Yard) gehalte.’
De inhoud van de brief verbaasde de buurtbewoners. In het echt is de briefschrijfster − die anoniem wil blijven − een alleenstaande vrouw zonder verhuisplannen, weten zij. ‘En ik ben helemaal niet voor die hoge torens in jullie buurt,’ vertelde ze hun. De brief bleek geschreven door een medewerker van RED Company.
RED Company geeft toe dat het een oproep tot inspreken op zijn website zette. ‘Maar pas nadat voorstanders ons vroegen of zij mochten inspreken,’ zegt Nanne de Ru, CEO van het bedrijf. Hij benadrukt dat voorstanders uit eigen beweging naar de gemeenteraad stapten. De ‘brief’ is hem niet onbekend, maar hij ontkent dat die door een van zijn medewerkers is geschreven.
Wethouder Wonen Fleur Spijker zegt in een reactie dat er niets onoorbaars is gebeurd. ‘Verschillende partijen hebben mensen geattendeerd op de mogelijkheid in te spreken,’ zegt ze in het Leidsch Dagblad.
[.c-highlighted]Elite[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted] die dingen [.c-highlighted]voor elkaar [.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted] krijgt
Wethouder Spijker was voor haar wethouderschap partner van het advocatenkantoor TeekensKarstens. Toen de buurtbewoners dat bureau wilden inschakelen voor hun strijd tegen LEAD, liet TeekensKarstens weten: ‘Gezien de huidige bestaande relaties staat het ons helaas niet vrij om u in deze kwestie bij te staan.’ Om welke relaties het ging, is niet bekend. Spijker zegt RED Company niet uit haar periode bij het bureau te kennen. Maar ze zegt trots te zijn op het verloop van de participatie.
Spijker lijkt nu in de praktijk te brengen wat ze als advocaat voor ogen had toen ze in Rijnstreek pleitte voor een mentaliteitsverandering van de overheid. Die zou projectontwikkelaars meer moeten helpen bij het realiseren van hun plannen.
Lector netwerkcorruptie Willeke Slingerland ziet in Leiden hetzelfde gebeuren als in Renkum. ‘De mensen binnen hetzelfde netwerk beginnen met de beste intenties aan een droom. Iedereen gaat vanuit zijn eigen rol helpen die droom mogelijk te maken. Controlerende instanties als de gemeenteraad zijn vaak een wassen neus. Die worden ook weer beïnvloed door het netwerk.’
Juridisch zijn dit soort misstanden moeilijk aan te pakken. ‘De rechtspraak richt zich op individuen. Maar bij netwerkcorruptie gaat het om collectief gedrag. Als iemand bijvoorbeeld, zoals in Renkum, geholpen wordt aan een lucratieve lap grond, dan schept dat verplichtingen aan het netwerk, dat zich op een ander tijdstip zal laten terugbetalen. Allemaal volledig legaal. Maar zo creëer je een elite die dingen voor elkaar krijgt, terwijl anderen worden uitgesloten of met de consequenties komen te zitten.’
Flexibiliteit in het bestemmingsplan
In Renkum zijn de Dreyeroorders in de zomer van 2019 afgehaakt. De buurt verbrak het contact met de gemeente. De ambtenaren werkten ondertussen gestaag verder aan het bouwproject. Om het miljoen te incasseren, moest er nog één hobbel worden genomen: de staatssteunregels. Omdat er naast Topven geen andere partij een bieding heeft mogen doen − dat was volgens de wethouder sneller en minder risicovol − moest de gemeente een onafhankelijk taxatierapport laten maken. Pas daarna kan de gemeente het terrein aan Topven verkopen.
Dat rapport verscheen op 7 mei 2019. Aan de hand van de opbrengsten van het door de gemeente goedgekeurde woningenplan kwam de taxateur uit op een grondprijs van minimaal 2,7 miljoen euro. Dat bedrag komt ongeveer overeen met de drie biedingen van gemiddeld drie miljoen van Topven in 2018, toen het terrein officieel nog in handen was van het blijf-van-mijn-lijfhuis. De gemeente nodigde beide partijen op dezelfde middag in september 2019 uit bij de notaris. Een half uur nadat Moviera bij de notaris de overdracht voor 1,9 miljoen aan de gemeente regelde, verkocht de gemeente het terrein voor drie miljoen door aan Topven. ‘Gemeente Renkum verdient een miljoen in een half uur’, kopte De Gelderlander die dag.
De gemeente werkte het bestemmingsplan verder uit. Maar het ontwerp behelsde plots een ander huizenprogramma dan dat waarmee in de taxatie rekening was gehouden. Dat ging ten koste van nóg meer bomen, zagen de buurtbewoners tot hun schrik. Afgaande op de door de taxateur gebruikte huizenprijzen kan Topven een paar miljoen extra omzet maken dankzij die verandering.
Volgens de gemeente waren de veranderingen nodig om Topven meer flexibiliteit te bieden, en omdat het oude plan niet voldoende rekening hield met de hoogteverschillen van het terrein. Topven laat weten dat het de hoogteverschillen pas kon opmeten nadat het eigenaar was geworden. Eerder mocht de ontwikkelaar het terrein niet op. Wethouder Sandmann, de opvolger van Verstand, vulde aan dat het heel gebruikelijk is om flexibiliteit in een bestemmingsplan op te nemen. In september 2021 keurde de gemeenteraad het bestemmingsplan goed.
In hoeverre alle partijen achter de schermen samenwerkten, blijft lastig te zeggen. Topven is een consortium van TopLevel, de ontwikkelaar uit Weert, en Van de Ven Bouw en Ontwikkeling uit Tilburg. Het eerste is het bedrijf van Peter Noordanus, voormalig burgemeester van Tilburg en − tot vorig jaar − voorzitter van het Landelijk Strategisch Overleg Aanpak Ondermijnende criminaliteit. Het Tilburgse bedrijf is een dochteronderneming van bouwgigant VolkerWessels.
De ingehuurde ambtenaar Hendrik Jan van Dijk werkte in het verleden óók voor VolkerWessels. Zelf zeggen ze elkaar daar niet van te kennen. Wel begon Van Dijk in 2019 een bedrijf met Hendrik Neerhoff. Neerhoff is weer bestuurder van een dochterbedrijf van VolkerWessels, waarmee Van Dijk nu werkt aan een woonwijk in Laag-Soeren.
Voor de Dreyeroorders is de rechter de laatste kans om het bosrijke gebied grenzend aan hun achtertuinen te redden van de kettingzaag. Uit jurisprudentie blijkt dat ze weinig kans maken als ze het op het gebrek aan burgerparticipatie gooien. Als de initiatiefnemer laat zien de burgers te hebben gesproken en de gemeenteraad het voldoende vindt − door het plan goed te keuren − trekt de rechter zijn handen ervan af.
[.c-highlighted]Pervers [.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted]
Elisabetta Manunza is hoogleraar aanbestedingsrecht aan de Universiteit Utrecht en vanuit dat specialisme ook expert op het gebied van corruptie en belangenverstrengeling. ‘Ik werkte mee aan het onderzoek naar Jos van Rey. Deze voorbeelden doen me daaraan denken. Het is juridisch ingewikkeld. Onze perceptie van wat niet mag en wat niet rechtvaardig lijkt, komt vaak niet overeen met wat volgens de wet ook echt onrechtmatig is. Dat is het grijze gebied waarin men zich beweegt.’
De voorbeelden maken duidelijk dat er wat moet gebeuren, zegt ze. ‘Een gemeente die de stichting achter een blijf-van-mijn-lijfhuis een miljoen euro door de neus boort door het de organisatie onmogelijk te maken om zelf aan een ontwikkelaar te verkopen door te dreigen met het monopolie om het bestemmingsplan aan te passen. Dat is toch pervers? Dan ben ik als Italiaanse tweeduizend kilometer naar het noorden verhuisd, en dan kom je dit tegen.’
Burgers die bij dit soort processen betrokken zijn, belanden in een spagaat. Van hen wordt verwacht dat zij al participerend goede ideeën aanleveren. Maar de uitkomst van die trajecten vergroot in sommige gevallen alleen maar het wantrouwen. Plannen blijken al voorgekookt, participatie is slechts een afvinksessie. Waarden die voor burgers zwaar tellen, zoals het behoud van bomen, verliezen het van de winstgevendheid voor een projectontwikkelaar. Het laatste redmiddel is de gang naar de rechter. Maar vaak blijkt dat wat de burger ervaart als corrupt, volgens de wet prima in orde is. De burger wordt bevestigd in zijn idee dat de overheid niet deugt. De kloof wordt alleen maar groter, de burger steeds bozer.
Weerwoord van de wethouder
De Renkumse wethouder Sandmann betreurt het dat de omwonenden de burgerparticipatie als onvoldoende ervaren: ‘We hebben onze stinkende best gedaan en naar eer en geweten meegewerkt.’ Volgens de wethouder is het probleem dat de gemeente een belangenafweging moet maken. ‘De buurt is het niet eens met de keuze van de gemeenteraad. Maar dat wil nog niet zeggen dat het participatietraject niet goed is verlopen.’ De gemeente heeft zich zakelijk opgesteld. ‘We zijn er om de belangen van de inwoners van Renkum te behartigen.’
Ook in het inhuren van Van Dijk als projectleider ziet Sandmann weinig kwaad. ‘Het is logisch dat je als zzp’er ook andere projecten doet. We zien daar geen schijn van belangenverstrengeling in. Mensen kennen elkaar en kunnen later projecten met elkaar aangaan. Het is niet aan ons om daar iets van te vinden, als iemand niet meer voor ons werkt.’
Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door Stichting Democratie & Media en het Gieskes-Strijbis Fonds.
Bron:
Bron:
Bron: