De nieuwe Nederbelg trekt de grens over voor betaalbare woningen
Belgische makelaars zien steeds meer Nederlanders over de grens trekken, in een wanhopige poging een betaalbaar huis te vinden. Wat doet dat met het leven in de grensstreek? Onderzoekscollectieven Spit en Apache trokken naar het grensland.
De wanhoop onder Nederlandse huizenzoekers verbaast makelaar Karel Vanacker nog steeds. ‘Mensen uit Amsterdam of Rotterdam die opbellen en zeggen: ik spring nu in de auto, en ben er over twee uur. Ze hebben een middag de tijd en gaan niet terug voordat ze een woning hebben gevonden.’ De makelaar in het Vlaamse Hoogstraten, niet ver van Breda, maakt het wekelijks mee. In drukke perioden zelfs dagelijks. ‘Bijna tachtig procent van onze klanten die een huurhuis zoeken, komt nu uit Nederland,’ vertelt hij in zijn moderne kantoor dat uitkijkt op de kletsnatte parkeerplaats van de lokale Carrefour.
Net als in Nederland proberen tot wanhoop gedreven woningzoekers ook in Vlaanderen hun kansen te vergroten door de verhuurder een hogere huurprijs aan te bieden. Vanacker moet die mensen dan uitleggen dat zoiets niet kan in België. ‘De huur is gewoon de huur. Overbieden heeft geen zin, het wekt soms zelfs argwaan. Uiteindelijk gaat het erom of de verhuurder je de woning wil verhuren.’
Het zijn veelal dezelfde verhalen die Vanacker hoort van zijn Nederlandse clientèle: een inkomen dat te hoog is voor sociale huur, maar te laag om iets te kopen of te huren in de vrije markt. ‘Mensen zijn gefrustreerd, hebben overal net naast gegrepen. Ze kunnen niets kopen en huur is niet te vinden, dus gaan ze ergens wonen waar ze niet willen wonen. En als je toch buiten de stad gaat, kun je net zo goed naar België. Da’s een kwartier langer rijden, maar je hebt er een groter huis voor minder geld.’
Van twee walletjes
Vorig jaar schreef onderzoekscollectief Spit voor Vrij Nederland over de omgekeerde beweging: Belgische boeren die massaal naar Zeeland verkassen, vanwege de uitbreiding van de haven van Antwerpen. Maar in de rest van de grensstreek is de beweging omgekeerd en zijn het vooral Nederlanders die grond en huizen in België kopen.
Vroeger werd de Nederbelg vooral geassocieerd met rijken op de vlucht voor de fiscus. Maar die belastingvoordelen zijn ingeperkt. De eigen zaak verkopen en de winst meenemen naar België, dat geen vermogensbelasting kent, is nu niet meer mogelijk. Vroeg of laat moet met de Nederlandse Belastingdienst worden afgerekend.
Tegenwoordig zijn het de lagere inkomensgroepen die op de Nederlandse huizenmarkt achter het net vissen, die geregeld voor emigratie naar België kiezen. Volgens het Belgische statistiekbureau Statbel wonen er nu ruim 277.000 Nederlanders, waarvan 245.000 in het Vlaams Gewest. Tien jaar geleden waren dat er 242.000, waarvan 210.000 in het Nederlandstalige deel van het land. Dat maakt de Nederlanders, op de Belgen en Fransen na, de derde nationaliteit van België.
‘In België kon ik een ruim huurappartement krijgen voor slechts 800 euro in de maand. Daar had ik in Nederland zeker tien jaar op moeten wachten.’
‘Ik ga voorlopig niet weg,’ stelt de twintiger Beau van Nijnatten. Hij zit onder de luifel van het terras van café De Vrijheid in het regenachtige Hoogstraten achter een felroze cocktail. Als kind verhuisde Beau met zijn ouders naar België en nu huurt hij hier zijn eigen appartement. Het aantal Nederlanders in Hoogstraten is volgens statistiekbureau Statbel sinds 2003 verdubbeld. ‘Ik was als kind de uitzondering, mensen zagen mij echt als een buitenlander. Nu staan de Belgen en Nederlanders samen te feesten in de kroeg,’ vertelt hij.
Voor Beau was de reden om zich in België te vestigen voornamelijk praktisch. ‘In België kon ik een ruim huurappartement krijgen voor slechts 800 euro in de maand. Daar had ik in Nederland zeker tien jaar op moeten wachten.’ Op andere vlakken biedt Nederland juist weer voordelen. Beau is glazenwasser en zijn eenmanszaak heeft hij ingeschreven in Nederland. ‘Daar betaal je 30 procent inkomstenbelasting, in België is dat 45 procent.’ Zijn bedrijfsbus heeft hij juist weer in België geregistreerd omdat dat fiscaal voordeliger is. Beau kan dus van twee walletjes eten. ‘Dat is het voordeel van op de grens wonen,’ beaamt hij lachend.
Smeltkroes
Niet alleen de huizenprijzen trekken Nederlanders de grens over. ‘Ook de soepelere regels omtrent bouwen, grotere woonpercelen, goed onderwijs en toegankelijke kinderopvang worden vaak als reden genoemd,’ vertelt de burgemeester van het Belgische grensstadje Essen, Gaston Van Tichelt. In de statige, met glimmend hout beklede raadszaal kijken de oud-burgemeesters vanaf manshoge schilderijen de zaal in. Een andere nieuwe groep die Van Tichelt naar Essen ziet komen, zijn Nederlanders met een migratieachtergrond. Een mogelijke reden daarvoor wordt genoemd in de Atlas Superdiversiteit Vlaanderen: de huwelijkswetgeving en de kans op gezinshereniging is in België iets minder restrictief dan in Nederland.
In het Belgische Meersel-Dreef, op nog geen tien kilometer van Breda is de smeltkroes compleet, zo tonen de vele Nederlandse kentekens van de auto’s die geparkeerd staan in de slaperige hoofdstraat van het dorp. Volgens de lokale makelaars heeft hier inmiddels meer dan de helft van de inwoners de Nederlandse nationaliteit. In sommige plekken pal tegen de grens is dat zelfs 80 procent. Links en rechts staan vrijstaande huizen. Op straat is het stil.
‘Alleen in België konden we op korte termijn een huis vinden,’ vertelt een van de Nederlandse inwoners, een vrouw van middelbare leeftijd, vanaf de drempel van haar riante woning met voortuin en rood-wit geblokte luiken voor de ramen. Nadat ze in Breda hun restaurant hadden verkocht, moesten ze op zoek naar een nieuwe woning, vertelt ze. ‘Hier betalen we voor een groot huis 1350 euro. Dat is in Nederland moeilijk te vinden.’ Toch blijft hun blik op Nederland gericht. ‘De kinderen gaan nog gewoon in Breda naar school. En ook ons sociale leven speelt zich nog volledig af in Breda.’ Het belemmert hen niet in het woongenot en ze voelt weinig drang om te vertrekken. ‘We zouden hier slechts een jaar blijven wonen, maar we zitten hier nu al vier jaar.’
Betonstop
‘Wij vinden al die Nederlanders wel gezellig hoor,’ zegt een jonge moeder desgevraagd vanachter haar kinderwagen, onderweg voor een boodschap in de hoofdstraat. Al verbaast ze zich soms wel over hun gedrag. ‘Soms komen hier Nederlanders die altijd in een stad hebben gewoond, die snappen de lokale gebruiken niet,’ vertelt ze. Ze geeft een voorbeeld: ‘Als de lokale voetbalclub heeft gewonnen gaan die onder luid gejoel op een kar de buurt door. Een Nederlander die tegenover het café woont, gaat dan klagen. Dan denken de mensen hier wel: ga dan lekker terug naar Nederland. En Nederlanders drijven ook de huizenprijzen op. Hier vlak over de grens zijn de huizen veel duurder dan in de rest van België. Dat komt door alle Nederlanders die hier willen wonen.’
De vrouw is geboren in Meersel-Dreef, maar moest haar geboorteplaats verlaten vanwege de huizenprijzen. ‘Ik wilde eigenlijk met mijn partner een boerderij kopen in Meersel-Dreef, maar daar vroegen ze een dikke Nederlandse prijs voor, dat konden wij niet betalen, dus nu wonen we een eind verderop.’
Het is volgens haar een probleem van deze hele regio. ‘Tot aan Hoogstraten liggen de prijzen hoog.’
‘Zo duur als in Nederland zullen de huizen hier niet worden.’
Makelaar Karel Vanacker bevestigt dat. ‘Het is hier relatief duur. Hoogstraten is het centrum van “de bult van België”, en daar komen de Nederlanders nog bovenop. Maar zo duur als in Nederland zullen de huizen hier niet worden.’
Het verschil in huizenprijzen wordt volgens hem ook verklaard door de tot voor kort hoge registratierechten, het Belgische equivalent van de overdrachtsbelasting. In België lag die begin deze eeuw rond de 12 procent, waardoor huizenkopers minder geld overhielden voor een hoog aankoopbedrag. Dat drukte de huizenprijzen. In Vlaanderen (maar niet in Wallonië) is deze belasting, na een reeks eerdere verlagingen, sinds 1 januari 2022 op 3 procent gezet, ongeveer gelijk met de 2 procent overdrachtsbelasting in Nederland. ‘Hierdoor trekken de huizenprijzen aan beide kanten van de grens meer naar elkaar toe,’ legt Vanacker uit.
De verschillen in huizenprijzen tussen Nederland en België hebben ook te maken met de planningscultuur, zegt Erwin van der Krabben, hoogleraar planologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. ‘In België kon je altijd “overal en nergens” bouwen. Nederland heeft een veel restrictiever ruimtelijk beleid. In combinatie met een planningscultuur om grote woningbouwlocaties te ontwikkelen, duurt het vaak lang voordat bouwers kunnen reageren op de toegenomen vraag naar woningen. Die lage aanbodelasticiteit leidt tot krapte. Dat nu zelfs mensen uit de Randstad uitwijken naar België, lijkt daar een uiting van.’
De vraag is of dat zo blijft, zegt Van der Krabben. ‘De zogeheten betonstop in Vlaanderen moet de verrommeling van het platteland tegengaan. Nieuwbouw moet daar straks ook meer in bestaand stedelijk gebied. Het is de vraag of ze in België nog zitten te wachten op de instroom van Nederlanders.’
Grootgrondbezitters
In Zeeland, zo bleek uit ons eerdere onderzoek, klinken de klachten juist andersom, en beklagen Nederlandse boeren zich dat Belgische akkerbouwers de prijzen opdrijven, mede vanwege de hoge uitkoopsommen die ze krijgen van de steeds verder uitbreidende Antwerpse haven.
Hoe groot is het wederzijdse grond- en vastgoedbezit over de grens eigenlijk? Onderzoekscollectieven Spit en Apache vroegen gegevens op bij het Nederlandse en het Belgische Kadaster. Het aantal Belgische personen met grond- of vastgoedbezit in Nederland steeg tussen 2012 en 2022 van 7331 naar 8236. Die ruim achtduizend Belgen bezitten gezamenlijk ruim 15.000 hectare Nederlandse grond, waarvan meer dan de helft in Zeeland. Maar er zijn veel meer Nederlanders eigenaar van grond of vastgoed in België: 58.000 (in 2012: 56.000). Hun totale grondbezit nam tussen 2012 en 2022 iets af: van 14.600 naar 13.700 hectare.
De voorzichtige conclusie die uit die statistieken te trekken is: Nederlanders kopen geen grote stukken grond in België. In lijn met wat makelaars aangeven, zijn ze steeds vaker op zoek naar een betaalbare woning. Andersom zijn Belgen in Nederland juist vaker grootgrondbezitters. Eerder signaleerden drie Brabantse regiokranten al dat opvallend veel natuurgebieden in de provincie in Belgische eigendom zijn. Een van die grootgrondbezitters is de uitgever van deze dagbladen zelf: de familie Van Thillo, eigenaar van DPG Media, bezit een groot stuk grond nabij Putte, grenzend aan de Kalmthoutse Heide. Het landgoed is hermetisch afgesloten van de buitenwereld.
Grensarbeid
In het stadhuis van Essen vertelt burgemeester Van Tichelt, tevens voorzitter van het Belgische-Nederlands Grensoverleg (Benego) dat grensarbeid – wonen in België, werken in Nederland – weliswaar doodnormaal is geworden, maar dat de grens soms toch een hard obstakel blijkt. ‘De vacaturebanken van het UWV en van het VDAB, het Belgische equivalent, tonen alleen de vacatures binnen de landsgrenzen, terwijl er vlak over de grens natuurlijk ook geschikte vacatures zijn.’ Zo moeten werkloze Essenaren solliciteren op functies drie kwartier verderop in Antwerpen, terwijl er op fietsafstand in Roosendaal werk zat is. Volgens Van Tichelt zouden zij moeten kunnen samenwerken, maar zoiets is dan toch moeilijk te realiseren.
Het heeft volgens Van Tichelt te maken met administratieve rompslomp, maar ook met het feit dat ambtenaren en bestuurders elkaar niet kennen, waardoor grensoverschrijdend overleg niet vanzelfsprekend is.
En er is natuurlijk het cultuurverschil. ‘Er is geen taalbarrière, maar we spreken toch anders. Een Belg stelt zich bescheiden op en maakt zijn punt met een omweg, een Nederlander is veel directer.’
Voor echte wrijving zorgt het cultuurverschil niet. Het enige wat nog wel eens tot wrevel kan leiden, zijn de kleine verschillen in verkeersregels: ‘Nederlanders willen maar niet leren dat je in België niet tegen de rijrichting in mag parkeren. Daar storen de Belgen zich wel aan.’
Van een dergelijke onmin is in Baarle-Hertog bij Disco Nel, een café, zo ongeveer óp de grens, geen sprake. In het café in deze Belgische enclave in Nederland kijkt de 96 jaar oude barvrouw Nel tevreden uit over de mannen op leeftijd die de barkrukken bezet houden en allemaal naar het biljart in de hoek kijken. Ze spelen een toernooitje en de zestigjarige zoon van Nel houdt vanachter een ronde bartafel de score bij. Uit de ouderwetse jukebox klinken afwisselend André Hazes en Clouseau. Nel is Belgisch, maar haar klandizie is voor ongeveer de helft Nederlands. ‘Hier maakt het niks uit of je Belg bent of Nederlander,’ zegt de zoon trots, terwijl hij stiekem een biertje voor zichzelf tapt als zijn moeder even niet oplet. ‘Hier zijn we allemaal vrienden van elkaar.’
Dit artikel werd gerealiseerd met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek en verscheen ook in Vrij Nederland.
Bron:
Bron:
Bron: