Feyenoord City gaat [.c-highlighted]allang niet meer[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted] over [.c-underline]Feyenoord[.c-underlined][.c-underlined][.c-underline]

Bram Logger en Guido van Eijck

12/7/2019

De gemeente Rotterdam droomt van een voetbaltempel op Zuid, om een vergeten gebied erbovenop te helpen. Maar de risico’s die Feyenoord neemt om een nieuw stadion te kunnen bouwen, zijn groot. En ze splijten de club: van een juridisch conflict met de eigen supporters tot een vijandige overnamebod op de aandelen in de Kuip. Hoe heeft het zo ver kunnen komen?

Op de directieburelen van Stadion Feijenoord zal binnenkort een brief van een advocaat neerploffen. Een groep verontruste Feyenoord-fans wil de directie en raad van commissarissen aansprakelijk stellen voor de grote risico’s die het stadionbedrijf neemt met de ontwikkeling van Feyenoord City. Vorige week liet FTM zien hoe de voetbalclub uit Rotterdam zich in een zeer riskant vastgoedproject met een prijskaartje van 444 miljoen euro stort. Er is al 17,5 miljoen euro geleend bij Goldman Sachs om de architect en adviseurs te betalen. Dat geld is bijna op, al zit er nog geen paal in de grond.

Een groep supporters, verenigd in de stichting Vrienden van De Kuip, wil voorkomen dat hun club nog meer geld verbrandt in een riskant stadionplan en zich in nieuwbouwambities verslikt. De Kuip is in de jaren dertig gebouwd via een soort crowdfunding. Wie in de crisistijd meebetaalde aan de bouw kreeg een aandeel, en een stoeltje. Nog altijd zijn gewone supporters via erfenissen of handel in bezit van een minderheid van 47 procent van de aandelen in Stadion Feijenoord N.V.

Een deel van die aandeelhouders is zich te pletter geschrokken van de manier waarop het stadionbedrijf, waarvan ze mede-eigenaar zijn, nu Feyenoord City uit de grond wil stampen. Voor de nieuwbouwplannen is een dochter bv opgericht en sloot Stadion Feijenoord een lening van 17,5 miljoen bij Goldman Sachs af, met De Kuip als onderpand. Ook is een deel van de inkomsten uit de skyboxen aan de Amerikanen verpand. Dat zit de kleine aandeelhouders niet lekker. ‘Stadion Feijenoord is vergaande, risicovolle financiële verplichtingen aangegaan zonder de aandeelhouders daarover geraadpleegd te hebben,’ zegt woordvoerder Kees Lau namens de stichting Vrienden van de Kuip.

Tot de afgelopen aandeelhoudersvergadering van 17 juni is er nooit formele besluitvorming geweest over een nieuwbouwstadion, geven directeur Jan van Merwijk en president-commissaris Cees de Bruin toe. ‘Maar toen was er alles bij elkaar al 23 miljoen down the drain,’ zegt Lau. Bovendien handelt Stadion Feijenoord in strijd met zijn eigen statuten. Daarin staat: ‘De vennootschap heeft ten doel het in eigendom houden, beheren en exploiteren, alsmede het aan de eisen van de tijd aanpassen van Stadion Feijenoord te Rotterdam en al hetgeen met het bovenstaande verband houdt of daaraan bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord.’ Dat is dus iets anders dan het bouwen van een nieuw, ander stadion.

De stichting Vrienden van de Kuip deed al een poging om de meerderheid van de aandelen in Stadion Feijenoord te kopen. Rijke supporters, wier identiteit niet bekendgemaakt wordt, zouden bereid zijn om daarvoor zo’n tien miljoen neer te leggen. Maar Sportclub Feyenoord, de amateurtak die de meeste aandelen in bezit heeft, ging niet op het bod in.

‘...een club met een groeiend geloof in de kracht van staal en cement als middel om weer bij de kampioenen te horen’

Want stoppen is geen optie meer, zegt stadiondirecteur Jan van Merwijk. ‘Op een gegeven moment ben je het punt voorbij dat het geen pijn meer doet. Als we in december gestopt waren, had dat ook pijn gedaan, toen hadden we er nog maar 8 miljoen in zitten.’ Eind dit jaar staat de teller voor de plannenmakerij voor het project Feyenoord City naar verwachting op 20 miljoen euro. Gaat het mis, dan zit Feyenoord nog ‘jarenlang op de blaren’.

Een stadionplan dat bol staat van de risico’s. Een projectbudget waarvan de bodem in zicht komt. Een vijandig overnamebod op de aandelen van De Kuip en een dreigend juridisch conflict met de eigen supporters. Ondertussen loopt het aantal verkochte seizoenkaarten terug, en zijn er nog tal van hobbels te nemen voor er een schep in de grond kan. Hoe is de volksclub uit Rotterdam-Zuid in deze situatie beland?

Voor een antwoord op die vraag reconstrueerde Follow the Money in samenwerking met Vers Beton en Spit hoe de huidige stadionplannen tot stand kwamen. We spraken met direct betrokkenen, bestuurders, supporters en experts in sportfinanciën. Daaruit rijst het beeld van een club met een groeiend geloof in de kracht van staal en cement als middel om weer bij de kampioenen te horen, en van een gemeente die graag een verloederde wijk wil opstuwen in de vaart der volkeren, met een iconisch stadion als aanjager.

Projecten waar [.c-highlighted]niemand[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted] om vraagt en [.c-highlighted]iedereen[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted] op wacht

Maart 2015. Projectmanager Frank Keizer zit in de auto naar Weesp als hij het nieuws op de radio hoort: een vergevorderd plan om De Kuip te renoveren gaat niet door. Keizer heeft die dag een brainstorm met collega’s over mogelijke klussen in vakantieboerderij de Weesper Koe, mooi gelegen in de weilanden aan de Vecht. Kan De Kuip zo’n klus zijn? De voorbije decennia bouwde Keizer een reputatie op als kartrekker bij ingewikkelde bouwprojecten, zoals de uitbreiding van de Amsterdamse Coentunnel en de 700 miljoen euro kostende aanleg van de containerterminal op de Tweede Maasvlakte. Samen met andere hoogvliegers uit de Nederlandse projectontwikkeling begon hij een aantal jaren eerder een samenwerkingsverband: Operatie NL.

In de Noord-Hollandse weilanden komt Feyenoord ter sprake als de avond is ingevallen en de koffie ingeruild voor een biertje. De mannen hebben het over de mislukte renovatie van De Kuip, over de complexiteit van zulke bouwprojecten en hoe je zo’n groot project kunt aanvliegen. ‘Na een kwartiertje zeiden we: we hebben nu gewoon een nieuw stadion-concept ontwikkeld,’ herinnert Frank Keizer zich. Een telefoontje met iemand bij Feyenoord, nog eentje met iemand van de gemeente; en plots zit Operatie NL aan tafel om een commercieel vastgoedconcept voor het stadiongebied te ontwikkelen.

‘Haal je het stadion eruit, dan heb je die gebiedsontwikkeling daar niet nodig’

Keizer, inmiddels projectdirecteur, haalt de herinneringen op in het kantoor van de Feyenoord City. Een eenvoudig ingericht gebouw aan de Stadionweg tegenover De Kuip, dat de projectorganisatie deelt met de gemeente Rotterdam. Aan de muur hangen ellenlange excelsheets met planningen en bouwtekeningen van het stadion.

Keizer legt het idee van Operatie NL uit: ‘Als je daar een stadion maakt, moet daar een bepaald type gebiedsontwikkelingen omheen komen.’ Zo’n gebied krijgt een uitgesproken karakter: sport, of juist kleinschalige winkels en horeca. Vervolgens mag de markt daar invulling aan geven. Dat element onderscheidt Feyenoord City van eerdere plannen: een nieuw stadion én de ontwikkeling van dit stukje Rotterdam-Zuid ineen, als een ‘vliegwiel’ voor de rest van Rotterdam-Zuid. Keizer: ‘Die twee zijn in ons concept onlosmakelijk met elkaar verbonden. Haal je het stadion eruit, dan heb je die gebiedsontwikkeling daar niet nodig.’

Bron:

Wikimedia Commons

Ook OMA, het bureau van de Rotterdamse sterarchitect Rem Koolhaas, meldt zich in 2015 op eigen initiatief voor de bouw van een nieuw stadion. ‘Van begin af aan mee aan de knopjes draaien,’ noemt de verantwoordelijke architect David Gianotten die proactieve rol van OMA in een podcast.

Als na de zomer van 2015 het voorstel van Keizer en consorten als winnaar uit de bus komt, volgt de gemeente Keizers advies om niet 20.000 maar 70.000 vierkante meter rond het stadion te ontwikkelen. Ook wordt er meer tijd voor het project uitgetrokken: zeven jaar, in plaats van de drie die Feyenoord voor ogen had. OperatieNL doet wat de bedrijfsslogan belooft: ‘Projecten waar niemand om vraagt en iedereen op wacht’. Met name de gemeente Rotterdam zit al lang om een oplossing verlegen.

‘Een iconisch Feyenoord-stadion kon een ‘grootschalige stedelijke ontwikkeling in gang zetten’

Het [.c-highlighted]beton[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted] kwam naar beneden

Wie vanuit het zuiden Rotterdam binnenrijdt, doorkruist een typisch stadsrandtafereel. Er is een rijtje jaren-zestigflats van tien hoog, een rommelig bedrijventerrein met een budget-autowasstraat, een betonmortelcentrale, opslagruimtes. Aan de afbladderende roze gevel van eetcafé The Summerstation hangt een menukaart die een mix biedt van Antilliaans en Chinees. De Kuip ligt ietsje verder.

Dit bedrijventerrein verandert de komende jaren in de entree van een fonkelnieuwe woonwijk. Feyenoord City is onderdeel van het nog te bouwen Stadionpark, waar duizenden woningen in de pijplijn zitten. In de plannen loopt dat alles weer naadloos over in de Kop van Zuid, de wijk op de Wilhelminapier aan de voet van de Erasmusbrug die al sinds de jaren negentig in ontwikkeling is, en de luxe nieuwbouwwijk Parkstad. Een gedroomde brug of tunnel moet het gebied in de toekomst direct aansluiten op het gegoede stadsdeel Kralingen en de Erasmus universiteit. Op de bouwtekeningen in Keizers kantoor staat die mogelijke oeververbinding al ingetekend.

Al in de vroege jaren negentig was de gemeente Rotterdam bezig met plannen voor Rotterdam-Zuid. En ook toen speelde het Feyenoord-stadion daar een rol in, herinnert Jos van der Vegt zich. Hij was indertijd directeur van De Kuip, werd later de baas van Ahoy en zit nu in de raad van commissarissen van Stadion Feijenoord.

De Kuip was er in 1991 slecht aan toe: het gebouw was versleten, er kwamen gemiddeld 11.000 toeschouwers naar Feyenoord-wedstrijden. Van der Vegt was er net directeur geworden, maar wilde eigenlijk zo snel mogelijk weer weg. ‘Ik werd helemaal gek. De Kuip had geen geld, de voetbalclub had geen geld, het beton kwam naar beneden.’ Van der Vegt nam contact op met Bram Peper, bij wie hij eerder als socioloog was afgestudeerd op voetbalvandalisme. Voormalig hoogleraar Peper was inmiddels burgemeester van Rotterdam.

‘Peper overtuigde me te blijven,’ zegt Van der Vegt. ‘Hij liep met me naar een kaart en zei: “We gaan hier een brug bouwen, de Erasmusbrug. Daar komt een theater, Luxor. Hier leggen we de Laan op Zuid aan, en het Feyenoord-stadion wordt een landmark. Er moet een nieuw stadion komen, of we gaan renoveren.” Binnen een jaar lag er een plan. In 1994 is een grondige renovatie uitgevoerd.’

‘Een plan uit 2003 om Ahoy en De Kuip te laten opgaan in een megacomplex redde het niet. Te ambitieus.’

Na die renovatie kon De Kuip weer twintig jaar vooruit. Maar de gedachte aan een nieuw stadion bleef trekken. Een plan uit 2003 om Ahoy en De Kuip te laten opgaan in een megastadion- en evenementencomplex in het oude havengebied – World Port Plaza was de werknaam – redde het niet. Het was te ambitieus. Maar in 2008 schreef toenmalig burgemeester Ivo Opstelten aan de raad: een iconisch Feyenoord-stadion kon een ‘grootschalige stedelijke ontwikkeling in gang zetten’. In de brief werd alvast een voorzet voor een mogelijke locatie gegeven: ‘De nieuwe Kuip aan de Maas zal een grote uitstraling hebben, belangrijk voor de stad, voor het land, zelfs internationaal.’

Ook Hamit Karakus (PvdA), destijds wethouder stedelijke ontwikkeling, keek verder dan een nieuw voetbalstadion alleen. ‘Ik ben altijd voorstander geweest van een totale gebiedsontwikkeling,’ zegt hij. ‘Een stadion heeft impact op het hele gebied. Het moet daarom niet om één gebouw of project gaan, maar je moet kijken hoe je dat op het totale gebied kan laten aansluiten. Bijvoorbeeld door middel van arbeidsplaatsen voor mensen uit de omgeving of door aansluiting te zoeken met omliggende wijken. Als de gemeente meefinanciert, kun je dat soort voorwaarden stellen.’

[.c-highlighted]Eén loempia[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted] per wedstrijd

In diezelfde tijd kregen binnen Feyenoord de pleitbezorgers van nieuwbouw de overhand. Onder Jorien van den Herik, die in 1991 was aangetreden als voorzitter van profclub Feyenoord, stond nieuwbouw niet hoog op de agenda. Maar Van den Herik vertrok in 2006, in de nasleep van een belastingaffaire met de FIOD. Een commissie onder leiding van clubicoon en oud-speler Gerard Kerkum bracht nog datzelfde jaar een advies uit voor een nieuwe bestuursstructuur. Die moest geschikt zijn om ‘binnen de komende tien jaar een nieuw stadion te realiseren’. Kerkum, die zichzelf inmiddels had opgewerkt binnen bouwbedrijf Voormolen, overtuigde zijn vriend Dick van Well, bestuursvoorzitter van bouwer Dura Vermeer, om president-commissaris van Feyenoord te worden. In de nieuwe rvc nam ook Martin van Pernis zitting, topman van Siemens, dat bij de renovatie van De Kuip in 1994 betrokken was.

Met de bouwers aan het roer bleek een nieuw stadion plots een oplossing voor de financiële problemen van Feyenoord. ‘Wij maakten wel eens de grap dat wij bij Feyenoord één loempia per wedstrijd verkopen, waar een andere club 40 euro per bezoeker ophaalt,’ zegt Martin van Pernis, die van 2007 tot 2015 commissaris was. ‘We zitten altijd vol, maar de afstand naar het biertje is groot. Mensen blijven in de pauze zitten. Na afloop gaan ze weg omdat er te weinig café-gelegenheden zijn om te blijven hangen. Bij PSV kom je ’s ochtends binnen en ga je ’s avonds weg. Dat is het netwerk. Wij hebben daar te weinig gelegenheid voor.’ Een nieuw stadion moest Feyenoord extra inkomsten opleveren.

Geen [.c-highlighted]stadion[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted], maar [.c-highlighted]een city[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted]

Noem het een samenloop van ambities, van een club die weer wil meedoen met de top en van een gemeente die in een iconisch stadion een kans ziet om een vergeten gebied erbovenop te helpen. Daarbij trapte de gemeente het gaspedaal nog harder in dan de voetbalclub, zegt Martin van Pernis, de oud-topman van Siemens die na het advies van Kerkum bij Feyenoord in de raad van commissarissen kwam. ‘De gemeentelijke plannen waren in eerste instantie wel erg groots. Die wilde niet alleen die hele wijk vernieuwen, maar ook de spoorlijn overkappen. Of een stadion dat helemaal in het water stond. Dat waren enorme projecten geweest, waarvan wij ons afvroegen of die de ontwikkeling van het stadion niet zouden afremmen en of ze niet financieel onhaalbaar zouden worden.’

‘‘Wensdenken’ noemde toenmalig Leefbaar-voorman Ronald Schneider het’

Dat eerste plan – uit 2008 – was een megastadion in de Maas, bedoeld voor het WK voetbal in 2018, waar Nederland naar meedong. Maar het WK kwam niet. Het megastadion evenmin. Het volgende plan kreeg als werknaam Het Nieuwe Stadion en zou naast De Kuip verrijzen. De gemeente zou garant staan voor een lening van 160 miljoen euro en daar bovenop 35 miljoen betalen voor de grond en extra investeringen in infrastructuur. Maar de gemeenteraad was niet overtuigd dat een stadion Zuid erbovenop kon helpen. ‘Wensdenken’ noemde toenmalig Leefbaar-voorman Ronald Schneider het, toen hij op de nationale tv eigenhandig de stekker uit het plan trok. Hij vond de financiële risico’s te groot.

‘Het Nieuwe Stadion sneuvelde omdat er te weinig context was,’ stelt stadiondirecteur Jan van Merwijk nu in zijn kantoor naast De Kuip. Door het raam is nog net de grijze kuif van Robin van Persie te zien, wiens foto op de fanshop aan de andere kant van de vrijwel lege parkeerplaats hangt. In Van Merwijks kordate manier van praten klinkt de oud-politieman nog door. In 1994 werd hij vanuit de politie gedetacheerd voor een klus als facility manager bij Stadion Feijenoord, en hij is nooit meer weggegaan. ‘Waarom zou de overheid meebetalen aan een stadion, is de redenering. Met dan al snel het makkelijke frame: om de salarissen van de spelers te betalen, zeker? Maar het is terecht om de vraag te stellen wat het belang van de gemeente is.’

In het nieuwe plan werd de gebiedsontwikkeling daarom het uitgangspunt. Geen ‘nieuw stadion’ maar een ‘city’. Ontworpen door een architect van wereldfaam, op een ambitieuze locatie half in het water, en met een verhoogde promenade naar De Kuip, die wordt omgebouwd tot wooncomplex. Van Merwijk: ‘Ik blijf het wel heel bijzonder vinden dat wij als twee mkb-bedrijven zo’n gebiedsontwikkeling op gang brengen, die goed is voor de stad. Dit vrij dode gebied wordt tot leven gewekt.’

Bron:

Wikimedia Commons

Feyenoord City onderscheidt zich ook in de kosten, want met 443,8 miljoen euro (inclusief voorbereiding, inrichting en financieringslasten) is het duurder dan alle voorgangers. Daarbovenop komt de grond die de gemeente voor 60 miljoen koopt, wat de totale prijs op een half miljard brengt. Ook de voorbereidingskosten zijn ongeëvenaard. Eind dit jaar staat de teller voor adviseurs, ontwerpers en financiering naar verwachting op 20 miljoen euro.

Tel daar de kosten voor eerdere stadionplannen bij op en je komt op een bedrag van zeker 23 miljoen euro aan plannen in tien jaar tijd. Van Merwijk: ‘Bij eerdere projecten maakten we zelf een paar mensen vrij, maar als je ziet wie er nu allemaal voor ons aan het werk zijn: dat zijn specialisten. Het gaat ook om professioneel opdrachtgeverschap, daar hangt een prijskaartje aan.’

De precieze kosten voor adviseurs en ontwerpers zijn niet bekend, maar het jaarverslag van Stadion Feijenoord vermeldt dat van de 9,2 miljoen die voor 2017-18 als post stadionontwikkeling in de boeken stond, er 8,3 miljoen opging aan ontwerpkosten, projectmanagement en advies. Grootverbruikers zijn sowieso de architecten van OMA. Ook Operatie NL, de club van projectdirecteur Frank Keizer, is met drie medewerkers goed vertegenwoordigd in de organisatie van Feyenoord City. Voor het uitdenken van de financieringsstructuur onder Feyenoord City werd adviesbedrijf First Dutch ingehuurd, voorheen bekend als TNO Bedrijven. In 2016 nam olie-ondernemer en ‘Vriend van Feyenoord’ Peter Goedvolk daarin een meerderheidsbelang.

Onderling hebben veel van die adviseurs ook weer banden. Zo is Wout Korving, een van Keizers partners bij Operatie NL, tevens aangesloten bij Realconomy. Dat bedrijf koopt via de stichting Gebiedsontwikkeling aan de Maas de grond onder het stadion aan. Die grond wordt dan later bouwrijp voor maximaal 60 miljoen euro aan de gemeente doorverkocht, die het weer in erfpacht uitgeeft aan het nieuwe stadion. Mede-oprichter van Realconomy is Bastiaan van der Knaap, de oud-bankier die vanuit First Dutch de financiering voor het stadion bij Goldman Sachs regelde. Zij werken samen met Hans van Rossum, voormalig topambtenaar bij de dienst stadsontwikkeling van de gemeente Rotterdam. Veel adviseurs komen blijkens het colofon ook terug als auteur van de haalbaarheidsstudie naar het stadion, de basis waarop het project in 2017 groen licht van de gemeenteraad kreeg. Zo ontstaat een soort echokamer waar de buitenwereld nauwelijks nog doordringt.

‘[.c-underline]Wij[.c-underlined][.c-underlined][.c-underline] gaan hier bouwen, [.c-highlighted]wegwezen[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted]’

Dat de kosten voor het project snel oplopen, nog voor er ook maar een paal is geslagen, moge duidelijk zijn. Maar de olifant in de kamer is nog niet genoemd: wat als de bouwkosten hoger uitvallen dan gepland? Dat is bepaald geen ondenkbaar scenario; neem bekende megaprojecten als de Opera in Sydney (ruim 1400 procent duurder dan gepland) en, dichter bij huis, de Amsterdamse Noord-Zuidlijn die op 1,5 miljard was begroot, maar 3,1 miljard kostte. Ruimte om meer geld te lenen heeft Feyenoord niet.

Er zijn volop andere onzekerheden die vertraging of onverwachte kosten voor Feyenoord City met zich kunnen meebrengen. Denk aan de stijgende bouwkosten en de ingewikkelde plek van het stadion, half op een dijk en half in het water. Het waterschap moet beoordelen of wel aan de strenge veiligheidseisen wordt voldaan. Ook aan het aangrenzende spoor zijn grote ingrepen nodig, die volgens het AD honderden miljoenen euro zullen kosten, zoals de overkapping van het spoor en de verhuizing van een locomotiefwerkplaats. Gevraagd naar de voortgang laat een woordvoerder van spoorbeheerder Prorail weten dat de plannen stilliggen. ‘Op dit moment wachten wij nog op formele klantvragen. Zonder die klantvragen hebben wij geen financiering voor onderzoeken die nodig zijn om zaken als kosten, risico’s en gevolgen voor treinverkeer te onderzoeken.’

Ook waterbedrijf Evides kijkt kritisch mee. Onder het toekomstige stadion liggen leidingen die water uit het reservoir in de Biesbosch naar Kralingen voeren., waar het wordt gezuiverd en als drinkwater terug gepompt naar Rotterdam-Zuid. Door het heien van de palen onder het stadion zouden waterleidingen kunnen scheuren, zegt manager Infra Robbert Wever. En na oplevering zou het waterbedrijf niet meer bij de leidingen kunnen. ‘In eerste instantie was de opstelling van Feyenoord City: wij gaan hier bouwen, vertel maar wat het moet kosten als jullie helemaal wegwezen.’ Dat veranderde toen Wever becijferde dat het omleggen van alle leidingen – de meest rigoureuze oplossing – 25 miljoen euro zou kosten. Nu is de afspraak dat de stichting die de gebiedsontwikkeling regelt de leidingen voor niets overneemt, en daarmee ook alle rechten en plichten. Maar de handtekening onder de afspraken is nog altijd niet gezet.

En dan moet Feyenoord City ook een aantal bedrijven uitkopen die nu een pand huren op het bedrijventerrein waar het stadion moet komen. Een daarvan is TLR, een laboratorium dat onder meer voedsel test op fipronil. TLR gebruikt zeer gevoelige apparatuur; het lab verhuizen kan vele miljoenen kosten. Bovendien kan het lang duren voor de vergunningen voor een nieuwe locatie rond zijn, stellen bronnen rond het lab. De onderhandelingen met Feyenoord City zouden stilliggen.

‘Een optimistische raming kan net dat extra het zetje geven om het project erdoor te krijgen’

[.c-highlighted]Optimistische kostenplaatjes[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted]

Megaprojecten uit het verleden stemmen weinig hoopvol. De Deense economisch geograaf Bent Flyvbjerg, hoogleraar te Oxford en autoriteit op het gebied van risicomanagement bij megaprojecten, onderzocht er meerdere en schreef daarover het boek Megaprojects and Risk. Wat die projecten volgens hem bijna allemaal gemeen hebben: ze vielen duurder uit dan begroot, en de inkomsten waren lager dan verwacht.

Zulke rooskleurige kostenplaatjes dienen volgens Flyvbjerg een doel. Juist in de vroege fase van het project drukken pleitbezorgers hun stempel op de planvorming: bouwers die willen bouwen, adviseurs die de boel begeleiden, ambitieuze wethouders. Een optimistische raming kan dan net dat extra zetje geven om het project goedgekeurd te krijgen. Dat geldt ook hier: de gemeenteraad keurde de plannen voor Feyenoord City goed op basis van een business case die in tweede instantie werd bijgesteld. De voorspelde horeca-opbrengsten zakten toen plots van 40,3 naar 26,5 miljoen, met als gevolg dat ook het verwachte dividend voor de gemeente daalt. Trek je de lijn Flyvbjerg door, dan zou dat betekenen dat dit misschien geen voortschrijdend inzicht is, maar een strategie om projecten goedgekeurd te krijgen.

Vervolgens komt een machine op gang, die nog maar moeilijk te stoppen is zonder de gedane investeringen weg te gooien. ‘Het college en de directie van Feyenoord vertellen ons steeds dat de plannen al in zo’n vergevorderd stadium zijn dat die niet meer kunnen worden gewijzigd’, zegt gemeenteraadslid Ruud van der Velden (Partij voor de Dieren). Ook Gerben Vreugdenhil (Leefbaar Rotterdam), die onder collega’s bekend staat als het best ingevoerde raadslid op dit dossier, is kritisch over de ramingen van het project. ‘Er ontstaat een soort selectieve blindheid voor de risico’s. Hoe verder je gaat in de planontwikkelingen, hoe groter de belangen worden.’

Daar komt, schrijft Flyvbjerg, bij dat bestuurders bij zulke prestigeprojecten vaak dubbele petten hebben: ze zijn behalve pleitbezorgers van het project ook degenen die het publieke belang moeten waarborgen. Neem voormalig wethouder Adriaan Visser, wiens kennis over het dossier op het stadhuis ongeëvenaard was. Van der Velden: ‘Hij was wethouder, maar het leek soms wel alsof hij bij Feyenoord City in dienst was.’ Inmiddels werkt Visser bij Brink, het adviesbureau dat in opdracht van de gemeente Feyenoord City doorrekende.

‘Via een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur kregen supporters honderden documenten in handen’

Van bouwers, aannemers en special interest groups die worden ingehuurd om de klus te klaren, kunnen we volgens Flyvbjerg weinig tegenwicht verwachten. Die geven immers niet hun eigen geld uit. Hun voornaamste belang is het project uitgevoerd te krijgen. Flyvbjerg stelt daarom voor om tegengeluiden stevig in het proces te verankeren. Zo adviseert hij peer-groups van onafhankelijke experts die de plannen beoordelen alsof het een wetenschappelijk paper is. Ook burgers horen een fundamentele stem in de voortgang van het project te krijgen. Anders gaan na verloop van tijd vanzelf de hakken in het zand.

Dat laatste gebeurt nu bij Feyenoord City, waar bezorgde supporters zich steeds nadrukkelijker tegen de plannen keren. Supportersvereniging FSV de Feijenoorder weigert haar steun voor de plannen uit te spreken, uit angst voor de financiële consequenties voor de club. Anderen verenigden zich in losse verbanden als Red de Kuip en Stadion op Zuid. Wat zij gemeen hebben, is dat ze willen meepraten op een fundamenteler niveau dan de eisen waaraan het nieuwe stadion moet voldoen (‘de kleur van de stoeltjes’). Ze stellen technische vragen: van aannames in de business case tot de risico’s die Feyenoord loopt, en de mogelijk onvoorziene gevolgen van milieurapportages. Via een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur kregen supporters honderden documenten in handen (die ze ook met ons deelden).

Op Twitter barstte de bom toen vorige maand meer bekend werd over de ticketprijzen in het nieuwe stadion. Seizoenskaarten op plekken waar nu de fanatiekste supporters staan, zullen straks 700 tot 1000 euro kosten, tegenover zo’n 300 euro nu. Toen de projectorganisatie vervolgens bekendmaakte dat er ook goedkopere tickets elders in het stadion komen, was het kwaad al geschied. Zo clasht de technische benadering van de projectorganisatie – ‘zolang we het maar goed uitleggen’ – met de harde realiteit van supporters die willen meebeslissen over ‘hun’ club.

Daarin past ook de eerder genoemde stichting Vrienden van de Kuip, de groep vermogende supporters die miljoenen bijeen bracht om de aandelen in het stadion in handen te krijgen. Voorzitter van de stichting is Hans Fortuin (81). Fortuin loopt al een mensenleven rond bij Feyenoord. Hij was voorzitter van de Sportclub en is nog altijd omroeper bij de amateurs op sportpark Varkenoord. De tweespalt die in De Kuip is ontstaan, doet hem pijn, zegt hij. ‘Dit is het zoveelste stadionplan. Mijn angst is dat dit proces nog heel lang gaat duren. Alle extra vertraging kost geld, en gaat ten koste van het geld dat beschikbaar is voor het eerste elftal. En dáár moet het om gaan.’

Fortuin is een van de vele kleine aandeelhouders in Stadion Feijenoord. Hij heeft er weinig vertrouwen in dat het deze keer met het nieuwe stadion wel gaat lukken. ‘Ik ben natuurlijk maar een klein pionnetje. Maar soms vraag ik me af of de leidinggevenden in De Kuip niet ook slechts pionnetjes zijn in een spel van grotere bouwbelangen.’

[.c-highlighted]Vind je dit een goed onderzoek?[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted]

Steun ons dan!

Wij werken effectief; er is geen directie of duur kantoorpand. Ondanks dat blijft onderzoeksjournalistiek kostbaar. Research kan maanden in beslag nemen en dan nog is het eindresultaat onzeker. Wij kunnen jouw financiële bijdrage (klein of groot) dus goed gebruiken.

Doneer via deze link

Bron:

Meer dossiers