Help! De [.c-highlighted]dokter verdwijnt[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted]: alleen op donderdag en vrijdag een arts.
In de kop van Noord-Holland zijn huisartsen nog maar moeilijk te krijgen. Klagen heeft weinig zin, zowel de zorgverzekeraar als de inspectie spreekt van overmacht.
Huisarts Anne Jan van der Veen (60) zet een etagère vol bonbons en koekjes op tafel. ‘Ik zeg het even bot, maar ze verrekken het om naar de Kop van Noord-Holland te rijden.’ Hij gaat zitten aan de eettafel in zijn huis in Breezand, een dorpje ruim tien kilometer onder Den Helder. De hele regio heeft al geruime tijd te maken met een groot huisartsentekort. Dinsdagochtend is eigenlijk zijn ‘sportochtend’, maar nu is hij al een aantal keer gebeld door zijn assistente in de praktijk in Den Helder. ‘Omdat er verder geen arts is!’ verzucht hij. ‘Nu is het vakantie en is er zelfs geen videodokter te bekennen.’
Van der Veen is in loondienst van Co-Med, op dit moment met ruim honderdduizend patiënten en 24 praktijken de snelst groeiende huisartsenketen van Nederland. Co-Med koopt praktijken op van huisartsen die met pensioen gaan of om andere redenen stoppen.
De meeste Nederlandse praktijken hebben een huisarts als eigenaar; Co-Med neemt dit eigenaarschap over en vult de praktijken met zzp-huisartsen en een enkele huisarts in loondienst. Het idee is dat Co-Med de praktijkorganisatie voor zijn rekening neemt zodat de huisarts zich vooral kan richten op het ‘dokteren’. Maar dan moeten die huisartsen er wel zijn.
Verantwoordelijk voor [.c-highlighted]3 praktijken[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted]
In z’n eentje draagt Van der Veen bij Co-Med de verantwoordelijkheid voor de patiëntenzorg van drie praktijken: in Den Helder, Breezand en Anna Paulowna. ‘Overal werk ik een paar uurtjes, het is een beetje versnipperd.’ De 8500 patiënten kunnen op deze ‘versnipperde’ momenten bij hem terecht, of ze moeten, bij spoed, een kwartier autorijden om hem te bezoeken. Voor de rest van de tijd is er een videoarts. En soms laat ook die het afweten.
Niet alleen de Kop van Noord-Holland kampt met huisartsentekorten. Binnen zes jaar gaat bijna dertig procent van de huisartsen met pensioen. In Zeeland is dit zelfs 45 procent. En dat terwijl de instroom van nieuwe artsen achterblijft. Bovendien zijn er voor iedere huisarts die met pensioen gaat twee of drie opvolgers nodig. Het onderzoeksinstituut Nivel voorspelt dat de huisartsenzorg op korte termijn ernstig uit evenwicht raakt: het aantal huisartsen kan dan niet meer voldoen aan de zorgvraag. Dit is ook in Zeeland, de Achterhoek, Friesland, IJssel-Vecht, Drechtsteden, Drenthe en Midden-Brabant al over een jaar aan de hand. Over zes jaar verwacht Nivel in Noord-Holland-Noord een tekort van bijna twintig procent, in Zeeland zelfs bijna veertig procent. Bij een nog minder gunstig scenario kunnen de huisartsen in heel Nederland volgend jaar al niet meer aan de zorgvraag tegemoet komen – met uitzondering van de regio Amsterdam.
Nieuwe commerciële organisaties als Co-Med en Quin Dokters springen op het groeiende huisartsentekort in, blijkt uit onderzoek dat onderzoekscollectief Spit de afgelopen maanden deed voor De Groene Amsterdammer. Met een grootschaliger en meer bedrijfsmatige aanpak kunnen zij de huisartsenzorg efficiënter maken, is de belofte. De zorgverzekeraar ziet in deze zorgondernemers een laatste strohalm om aan de zorgplicht te kunnen voldoen.
Deze nieuwe bedrijven kampen echter evengoed met een gebrek aan huisartsen. Voor patiënten zit er niks anders op dan te slikken: in een regio waar hun huisarts onbereikbaar is, hebben vaak alle omliggende praktijken een patiëntenstop. Klagen heeft weinig zin: zowel de Nederlandse Zorgautoriteit als de zorgverzekeraar spreekt van overmacht.
'Doorlopen met pijn moet wel hier'
In het dorp Anna Paulowna lopen de straten in rechte lijnen: nieuwbouwwijken worden afgewisseld met rijtjes vrijstaande huizen. De bewoners leven achter luxaflex en rolgordijnen. Een witte stenen adelaar spreidt op een oprit zijn vleugels uit. In een verder kale voortuin staat één palmboom. In de Facebook-groep ‘Je bent polders als…’ is het huisartsenprobleem in Anna Paulowna al een tijd the talk of the town. Zo verschijnt op 27 januari de vraag: ‘Is er iemand hier die weet of er een alternatief is voor Co-Med? Of is er echt niets anders meer?’ Eronder volgen zo’n zestig reacties: ‘Doorlopen met pijn is niet fijn. Maar je moet wel hier.’ Een andere bewoner: ‘Ik bel inmiddels gelijk het ziekenhuis als er iets is.’
Iris Hof (26) is een van de inwoners die de wanhoop nabij is. ‘Mijn schildklier functioneert nauwelijks. Zonder medicatie kan dit onder meer hartproblemen veroorzaken.’ Een herhaalrecept voor haar medicatie kon ze in het najaar niet krijgen, vertelt Hof. ‘Van de assistent kreeg ik te horen dat er geen arts was die het recept kon uitschrijven, en ze wist niet wanneer er weer eentje beschikbaar was.’
Hof moet geregeld haar schildklierwaardes laten controleren, maar ook daarvoor kon ze niet bij de huisarts terecht. Aangezien het om belangrijke controles gaat, wist ze haar psychiater te overtuigen deze metingen bij haar te doen. ‘In geval van nood word je creatief.’
Natuurlijk had ze, net als zoveel andere patiënten van de Co-Med-praktijk in Anna Paulowna, geprobeerd om over te stappen naar een andere huisarts. ‘Ik heb alle praktijken gehad: van Schagerbrug tot Barsingerhorn en Den Helder, maar nergens nemen ze nog patiënten aan.’
Toen ze nog maar medicijnen voor één extra dag had, besloot Hof de assistente zelf op te zoeken. Die gaf het recept uiteindelijk zonder tussenkomst van een arts. ‘Dat mag eigenlijk niet, en ik zou het heel erg vinden als zij hierdoor in de problemen komt, maar zij hielp me tenminste.’ Hof diende een klacht in bij de inspectie, bij haar zorgverzekeraar en ze ging in gesprek over de kwestie met de burgemeester en de directeur van Co-Med. Inmiddels heeft ze een huisarts gezien en is haar medicatie aangepast, desondanks blijft het een onzekere situatie. ‘Wie weet hoelang deze arts blijft?’
De enige huisarts
Huisarts Ger van der Vlies (65) moest na zijn Co-Med-avontuur wel bijkomen, vertelt hij in zijn huis in Noordwijk. Een groot deel van het afgelopen jaar was hij de enige huisarts in de Co-Med-praktijk in Anna Paulowna. ‘Alleen op donderdag en vrijdag. Verder was er geen arts.’
Dat hij stopte bij Co-Med heeft alles te maken met een uitspraak van het tuchtcollege, vertelt hij. Een arts ouderengeneeskunde werkte voor vierhonderd patiënten op verschillende locaties. Veelal gecompliceerde gevallen waarbij de patiënten veel zorg nodig hadden. De arts werkte noodgedwongen in haar eentje. Op een gegeven moment diende een familielid van een patiënt een klacht in en het tuchtcollege gaf de arts een berisping omdat ze bleef werken in een situatie waarin geen verantwoorde zorg geboden kon worden. ‘Zij werd persoonlijk aansprakelijk gesteld omdat ze zo goed en kwaad als het ging doorging met zorg verlenen. Ik deed in Anna Paulowna precies hetzelfde en het zou mij niet verbazen als daar ook een klacht van komt.’
Van der Vlies is het type ‘ouderwetse dorpsdokter’: altijd fulltime gewerkt, tachtig uur in de week was in het begin geen uitzondering, en dan deed hij ook nog bevallingen. Toen hij in 2020 zijn praktijk overdroeg, wilde hij nog een paar dagen in de week als zzp-arts blijven werken. Via een bemiddelingsbureau kwam hij bij Co-Med in Anna Paulowna terecht, waar een vaste arts op dat moment nog drie dagen werkte. ‘Een echte dorpspraktijk. Als patiënten mij wilden zien, dan was er ook wat. Het zijn geen klagers.’
Na een maand werd de vaste arts echter door andere zzp-huisartsen vervangen. Dat liep redelijk, totdat Co-Med geen zzp’ers meer kon vinden. ‘Je kunt een praktijk met 3300 patiënten toch niet alleen op donderdagen en vrijdagen draaien?’ zegt Van der Vlies. Toch was dat precies wat hij deed. Zelfs palliatieve patiënten kon hij aan niemand overdragen. ‘Normaal ga je als een patiënt op sterven ligt elke dag even langs en probeer je bij te sturen. Je praat en geeft steun, dat is de functie van een huisarts. Als je enkel twee dagen beschikbaar bent, gaat zoiets niet.’ Van der Vlies schreef daarom de ernstig zieke Co-Med-patiënten in bij de naastgelegen huisartsenpraktijk HKN. Dat kon toen nog.
Ondanks de personele problemen nam Co-Med afgelopen september ook nog een huisartsenpraktijk over in Den Helder. Het was voor Van der Vlies de druppel die de emmer deed overlopen. Patiënten die bij hem klaagden over de slechte bereikbaarheid en beschikbaarheid van de praktijk had hij geadviseerd om Co-Med of de inspectie te bellen. Zelf bracht hij in juni de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd al op de hoogte. ‘Ik legde uit dat er geen andere waarnemers waren en dat ik mij ernstige zorgen maakte over de continuïteit van de zorg. Vervolgens kreeg ik de standaardvraag: “Kunnen de patiënten ergens anders heen?” Ja, in theorie kunnen ze terecht in Breezand bij een andere Co-Med-praktijk waar óók te weinig dokters zitten. “Oké, er is dus een achterwacht”, reageerde de inspecteur.’
‘Mijn schildklier functioneert nauwelijks. Zonder medicatie kan dit tot hartproblemen leiden. Er was geen arts die het recept kon uitschrijven’
De inspectie laat desgevraagd weten dat er 44 meldingen over Co-Med zijn binnengekomen, voornamelijk over de onbereikbaarheid en afwezigheid van huisartsen, en dat er een onderzoek is gestart.
De ‘huisartsen van de oude stempel’ met een eigen praktijk werkten veelal fulltime, terwijl nieuwe huisartsen liever parttime werken. Bovendien willen de nieuwe huisartsen vaker geen eigen praktijk. Ze kiezen ervoor om als zogenoemde ‘waarnemer’, een zzp-huisarts, gaten in de roosters van praktijken op te vullen: ze kunnen dan zelf hun werktijden bepalen en hoeven niet de verantwoordelijkheid van een eigen patiëntenbestand te dragen. Tussen 2000 en 2019 is het aandeel huisartsen dat via die constructie werkt verdubbeld.
[.c-highlighted]Hoge werkdruk[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted]
De personeelstekorten leiden tot hoge werkdruk. Uit onderzoek van Nivel in 2019 – dus nog voor de corona-tijd – blijkt dat 64 procent van de huisartsen de noodzakelijke werkzaamheden niet afkrijgt. Ook 64 procent zegt dat er een acuut probleem ontstaat bij ziekte van een collega.
Vanuit beroepsorganisaties klinkt er al geruime tijd de roep om de zogenoemde ‘normpraktijk’ terug te brengen naar rond de achttienhonderd ingeschreven patiënten per fulltime huisarts; deze norm ligt nu op 2095. De verschillen zijn echter groot. Gemiddeld heeft een huisarts in 2021 2137 patiënten op zijn naam staan, blijkt uit cijfers die zorgautomatiseerder Vektis op ons verzoek verzamelde. Bij bijna een derde van de praktijken staan er meer dan 2500 patiënten op één huisarts geregistreerd.
De afgelopen jaren ontstonden ruim twintig nieuwe huisartseninitiatieven die allemaal beweren een oplossing te bieden voor het huisartsentekort. De een met een ‘digital first’-praktijk, de ander door de administratie van huisartsen over te nemen, weer een ander door te bemiddelen tussen aanstaande pensionado’s en beginnende huisartsen. De initiatiefnemers variëren van groepjes gefrustreerde huisartsen tot buitenlandse zorgketens die willen uitbreiden naar Nederland en vermogende ondernemers die een gat in de markt zien.
Bart Malenstein is zo’n ondernemer met grootse ideeën voor de huisartsenzorg. Voorheen was hij topman van Bergman Clinics, Nederlands grootste keten van privéklinieken voor specialistische zorg zoals plastische chirurgie en orthopedie; in het najaar van 2020 richtte hij Quin op. In ronkende persberichten belooft Quin een oplossing te bieden voor de overbelaste huisarts met een speciaal softwarepakket. In een app, de zogenoemde ‘symptoomchecker’, kunnen patiënten hun klachten invoeren; de app vertelt hun dan of een doktersbezoek nodig is. Ook maakt Quin een programma waarmee dokters videoconsulten kunnen afnemen. Deze ‘digitale oplossingen’ zouden volgens de start-up twaalf procent van de fysieke huisartsenbezoeken overbodig maken.
Er is echter één probleem: Quin krijgt de software bij de huisartsen niet aan de man gebracht. Aangezien het nogal lastig is ‘oplossingen’ te ontwikkelen als je ze niet kunt testen, besluit Malenstein dan maar zelf huisartsenpraktijken op te kopen. Quin haalt 25 miljoen aan investering op bij Partners in Equity, en beschikt volgens het FD in totaal over zo’n honderd miljoen. Malenstein, die volgens het FD zelf ook tien miljoen in het bedrijf stak, koopt elf praktijken op, waarvan zes in Amsterdam, die voortaan Quin Dokters heten.
Al na een halfjaar gaat het mis: het lukt Quin niet om voldoende huisartsen te vinden. In de zomer van 2021, als veel waarnemers met vakantie zijn, loopt de situatie in Amsterdam uit de hand. Quin Dokters moet daar zelfs een paar dagen de deuren sluiten, een doodzonde in huisartsenland. Ruim dertienduizend patiënten hebben hierdoor op dat moment geen toegang tot zorg. De Inspectie voor Gezondheid en Jeugd stelt een onderzoek in dat nog steeds loopt. De chaos leidt er bovendien toe dat steeds minder huisartsen bereid zijn hun vingers aan de Quin-praktijken te branden. Halverwege augustus laat Malenstein weten dat hij weer van de praktijken af wil. Voorlopig gaat Quin zich vooral bezighouden met de software. Co-Med heeft een deel van de praktijken overgenomen.
‘Ik zou dokters willen meegeven: verkoop je ziel niet.’ Hilly ter Veer is bestuurder van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV). Bijna wekelijks krijgt de beroepsvereniging telefoontjes van huisartsen die overwegen in zee te gaan met een nieuwe partij, of ermee te maken krijgen omdat zo’n partij ineens hun collega is geworden. De LHV neemt hier geen ferm standpunt over in, maar drukt de artsen op het hart zich af te vragen of ze zich met zo’n nieuwe partij nog aan hun kernwaarden – de ‘ziel van de huisarts’ – kunnen houden. ‘Kun je persoonsgericht werken? Bied je continuïteit van zorg? Doe je dat in samenwerking met de andere huisartsen in de regio? En kun je toegankelijke zorg bieden, dicht bij het huis van de patiënt? Digitalisering kan bijvoorbeeld drempels opwerpen voor patiënten die digibeten zijn. Als je die principes van gelijkheid en toegankelijkheid te grabbel gooit, torn je aan de basis van de huisartsenzorg.’
Verdienmodel
Sommige nieuwe toetreders hebben duidelijk als doel de huisartsen te ontzorgen, zegt Ter Veer. ‘Maar er zijn er ook die het waarschijnlijk meer als verdienmodel zien.’ Voor investeerders is de sector aantrekkelijk, weet LHV-projectleider Erik Dijkstra. ‘Zeventig tot tachtig procent van de inkomsten van een huisarts komt van de vergoeding voor ingeschreven patiënten. Het risico is dus vrij laag: je hebt een gegarandeerd inkomen. Uiteraard zijn de marktprijzen voor bijvoorbeeld huisvesting hoog, maar een private equity-partij draait daar haar hand niet voor om. Er zit een zekere perversiteit in dat marktsysteem.’
Huisartsen lossen onderling vaak een hoop op, merkt Ter Veer. ‘Neem het voorbeeld van Quin in Amsterdam. Toen al die patiënten in de zomer zonder huisarts zaten omdat de dokters van Quin op vakantie waren, hebben de omliggende praktijken die patiënten overgenomen. Eigenlijk kón dat niet, want zij hadden het al druk genoeg met hun eigen patiënten, maar ze konden het niet over hun hart verkrijgen om niets te doen. Dat is lovenswaardig, maar tegelijkertijd snijd je jezelf hiermee in de vingers. Want het is niet de verantwoordelijkheid van die individuele huisartsenpraktijken, maar van Quin en de zorgverzekeraar, die met elkaar een contract hebben getekend.’
Zorgverzekeraars hebben de wettelijke zorgplicht, wat betekent dat hun verzekerden binnen een redelijke tijd en reisafstand toegang moeten hebben tot alle zorg uit het basispakket. In de regio Noord-Holland-Noord is VGZ de grootste. Toch heeft de verzekeraar nog geen signalen ontvangen dat er aan die zorgplicht niet wordt voldaan, reageert Tomas Göbbels, zorginkoper voor Noord-Holland bij VGZ. Ze maken zich wel degelijk zorgen, geeft hij toe, ‘maar die gaan over de hele regio, niet alleen over Co-Med’.
Co-Med is voor VGZ juist een oplossing, vertelt Göbbels. ‘Wij gebruiken Co-Med waar onze zorgplicht in het geding komt. Als er een acuut probleem is omdat een praktijk bijvoorbeeld niet wordt opgevolgd, dan gaan we het gesprek aan: “Jongens, zijn jullie geïnteresseerd om ons te helpen hier een oplossing te bieden?” Wat wij aantrekkelijk vinden aan het model van Co-Med is de schaalvergroting. Als je meerdere vestigingen hebt, kun je de huisartsen flexibel inzetten: dan weer op de ene praktijk, dan op de andere, of via beeldverbinding.’
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft nog nooit een zorgverzekeraar berispt omdat huisartsenzorg niet voldoende toegankelijk was voor patiënten. Voor de controle op de kwaliteit van zorg verwijst de NZa naar de Inspectie Jeugd en Gezondheid. De inspectie laat op haar beurt weten dat de inspecteurs het gevoel hebben dat de meldingen gerelateerd aan de arbeidsmarktproblemen bij huisartsen toenemen, net als in andere zorgsectoren. Vervolgens wijst de inspectie op de rol van de zorgverzekeraars en de NZa. ‘De NZa gaat immers ook over de toegankelijkheid van de zorg en de zorgverzekeraars hebben een zorgplicht.’
Over klachten van zorgverzekeraars of de inspectie maakt Guy Vroemen, CEO van Co-Med, zich geen zorgen. ‘Ik spreek ze dagelijks’, zegt hij zelfverzekerd in zijn nieuwe kantoor dat, hoewel Co-Med geen praktijken heeft in Limburg, is gevestigd op loopafstand van de Maastrichtse binnenstad. ‘Wij nemen probleemgevallen over: de praktijken waar geen opvolging voor is, of waarvan de praktijkhouder zegt: “Ik heb hier écht geen zin meer in.” Logisch dus dat er wat klachten binnenkomen, want we moeten natuurlijk een nieuwe dokter zoeken. Ik vind het erg vervelend dat patiënten hier last van ondervinden. Om mensen toch het gevoel te geven dat wij hen begrijpen, bel ik ze persoonlijk op om te vertellen dat we er alles aan doen om het probleem te verhelpen. In de meeste regio’s gaat dit goed, in de Kop van Noord-Holland is het zwaar. Maar als wij die praktijken niet overnemen, hebben de patiënten, de zorgverzekeraar en de inspectie een nog veel groter probleem.’
Vroemen vindt ondernemen in de zorg een ‘uitdaging’. Zijn drie mede-oprichters komen uit de zorg, zelf komt hij ‘uit een heel andere tak van sport’. Op zijn negentiende zette hij met een compagnon een bedrijf op dat onverwoestbare lijm produceert. Het werd een miljoenenbusiness. ‘Ik heb de hele wereld over gezworven: iPhones, computers, auto’s, vliegtuigen – mijn product vind je overal in terug.’ In 2017 verkocht hij zijn bedrijf en twee jaar later werd hij CEO van Co-Med, waarvan hij zelf de grootste investeerder is. Hij benadrukt: ‘Hierdoor is er de rust en de tijd om een bedrijf te bouwen dat stabiel is.’
‘Als mensen een afspraak willen, komen ze naar de balie. Ze bellen niet eens. Laat staan dat ze doen aan videobellen’
Commercie in de zorg houdt mensen scherp, is zijn overtuiging. ‘Als ondernemer ken je geen “nee”. Ik zie allerlei mogelijkheden om met een bedrijfsmatige aanpak efficiencyslagen te maken.’ Zo kan Co-Med personeelszaken, administratie, websites en inkoop voor alle praktijken centraal regelen. ‘En we zetten vanaf deze maand een centrale op in het voormalige Slotervaartziekenhuis in Amsterdam, waar alle telefoontjes vanuit het hele land terechtkomen. We hebben geluisterd naar de klachten van de patiënten: hiermee worden we beter bereikbaar. De assistenten die daar de telefoon opnemen, kunnen dan ook meteen zien op welke vestiging er eventueel geen huisarts is, en de patiënt doorsturen naar een andere vestiging twee kilometer verderop. Bijvoorbeeld van Anna Paulowna naar Breezand.’
In twee jaar tijd kocht Co-Med 24 praktijken op. ‘In het begin hebben we nog zelf praktijken benaderd, maar tegenwoordig doen we nul acquisitie, toch melden zich zo’n vier of vijf praktijken per maand. Dat geeft wel aan hoe hoog de nood is.’ Desondanks zegt Vroemen ook geregeld ‘nee’ tegen praktijken. ‘We kunnen geen goede zorg leveren als we op alle verzoeken en noodkreten van artsen reageren. Een praktijk overnemen is niet makkelijk. Dat heb ik onderschat. Als we zouden willen, hadden we al vier keer zo groot kunnen zijn.’ Voor de praktijken betaalt Co-Med ‘zeker geen belachelijke bedragen’: meestal neemt Co-Med het pand niet over, enkel de soms verouderde inboedel; voor het patiëntenbestand wordt naar eigen zeggen niet betaald. ‘Als het erop aankomt, gooien dokters al hun vooroordelen overboord, en dan is het: voor god en vaderland, en dan gaan ze gewoon voor hun eigen doel om zo snel mogelijk met pensioen te gaan.’ Dan is het nummer van Co-Med heel snel gedraaid: ‘Ik ben al drie jaar een opvolger aan het zoeken, niemand wil, willen jullie?’
In Enschede zagen de huisartsen het probleem van praktijkovernames al een aantal jaar op zich afkomen, vertelt Marieke Nijhof, voorzitter van de HuisartsenZorg Twente en zelf ook praktijkhouder in Enschede. De ene na de andere huisarts stond op het punt met pensioen te gaan, maar vond geen opvolger. In 2018 luidden de huisartsen de noodklok. ‘Of het daardoor kwam weet ik niet, maar toen meldden zich ineens de commerciële praktijken.’ Eerst nam Quin er twee praktijken over, vervolgens kocht Co-Med er eentje op.
De nieuwkomers ondermijnen de onderlinge solidariteit die bij huisartsen zo belangrijk is, vertelt Nijhof. ‘Ze lijken andere waarden en normen te hebben dan wij. Huisartsen organiseren zich doorgaans met een paar collega’s in een groepje: als de een ziek is of op vakantie, neemt iemand uit dat groepje de patiënten tijdelijk over. Je helpt elkaar. Maar zo’n commerciële partij lijkt andere prioriteiten te hebben, zoals het uitrollen van een digitaal platform. Bij een huisartsenoverleg zijn deze praktijken veelal niet vertegenwoordigd door een huisarts, maar door een manager. Terwijl wij de grootste problemen hadden om waarnemers te vinden, zeiden zij: “O, dat regelen we wel, we bieden gewoon een hoger tarief.”’
Alle huisartsenpraktijken moeten af en toe avond-, nacht- en weekenddiensten draaien. Wie verhinderd is, of simpelweg overwerkt, kan deze diensten verkopen aan zzp-huisartsen. Op fora, Telegram-kanalen, Facebook en via bemiddelingsbureaus bestaat een levendige handel in deze zogenoemde anw-diensten. ‘Als praktijkhouders bieden wij ongeveer vijftien tot twintig procent boven op het uurtarief dat we hiervoor zelf van de zorgverzekeraar zouden krijgen. Maar zo’n Quin bood er soms wel zestig procent meer voor. Als kleine prakijkhouder kun je daar niet tegenop!’
Nijhof ziet ook de andere kant: ‘Een partij als Co-Med heeft er wel voor gezorgd dat we de huisartsenzorg voor die praktijken omhoog hebben kunnen houden.’ Het alternatief is in Enschede ook al voorgekomen: ‘We hebben al twee praktijken gehad die door niemand werden opgevolgd. We hebben die patiënten moeten verdelen over de omliggende praktijken. Wat het nog zwaarder maakt: hoe meer patiënten je hebt, hoe meer anw-diensten je moet draaien. Dat gaat vroeg of laat ten koste van de dagzorg.’
[.c-highlighted]Nul reacties[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted] na advertentie'
Prudence Rümke heeft er alles aan gedaan om te voorkomen dat haar praktijk Nieuw Den Helder in Den Helder werd overgenomen door Co-Med, vertelt ze aan de telefoon. Ze somt op: ‘Ik heb 138 waarnemers in mijn regio een advertentie gestuurd. Nul reacties. Ik ben gaan rondbellen, ik heb de regionale huisartsenorganisatie benaderd. Er kwam niks uit.’ Tenminste, geen oplossing die Rümke passend vond. ‘De regionale huisartsenorganisatie stelde voor om met een digitaal platform te werken, zodat mijn patiënten digitale zorg konden krijgen. Daar wilde ik niet aan.’ Ze legt uit: ‘Mijn voormalige praktijk staat in een achterstandswijk. Als mensen een afspraak willen, komen ze naar de balie. Ze bellen niet eens. Laat staan dat ze doen aan videobellen.’ Rümke is teleurgesteld. ‘Ik heb VGZ gebeld met de vraag: “Jullie hebben zorgplicht. Hoe gaan we dit nou oplossen?” “Je moet dit zelf oplossen”, kreeg ik te horen.’
Rümke is met haar team om tafel gegaan en besloot uiteindelijk toch om met Co-Med in zee te gaan. ‘Ik ben 68 jaar, op een gegeven moment ben je er echt wel een beetje klaar mee.’ Co-Med-directeur Guy Vroemen kwam langs met een vlaai – ze komen allebei uit Limburg – en het werd geregeld. ‘Vanaf het begin zei hij: “We gaan dit op een nette manier doen.”’
Rümke’s voormalig patiënten komen nu terecht bij huisarts Treeske Zonderland (35). Althans, op woensdag. En alleen via videoverbinding. Want Zonderland woont in Berlijn. Zonder Co-Med had ze in Berlijn helemaal niet kunnen werken als huisarts, vertelt ze aan de telefoon. ‘Tegelijkertijd was ik gezond sceptisch. Maar na een nachtje erover slapen, dacht ik: “Ik ga ervoor.”’
Ze kan via video meer dan ze aanvankelijk dacht, vertelt ze. ‘Psychische klachten gaan bijvoorbeeld goed via video. Je ziet toch snel hoe iemand erbij zit via een beeldscherm. Huidproblemen gaan ook goed. Ik kan alleen niet beoordelen of een moedervlek goed- of kwaadaardig is, daar is de beeldkwaliteit onvoldoende voor.’ De patiënt komt voor een videoconsult met Zonderland naar de praktijk, mocht ze nog een urinemonster willen of een bloeddrukmeting, dan kan ze de assistent inschakelen, vertelt Zonderland. ‘En als ik het nodig vind, kan ik ook nog een fysiek consult inplannen bij huisarts Van der Veen. Soms denk ik dan alleen wel: “O jee, ik stop zijn agenda weer lekker vol.’”
Zonderland, die voor het werk van haar man naar Duitsland verhuisde, werkte ook een periode als waarnemer in een goed bezette praktijk in Amsterdam. Wat een verschil met Den Helder, zegt ze. ‘Mensen komen in Den Helder naar de praktijk toe om met mij te videobellen. En zelfs al is het via video, je ziet hoe blij ze zijn dat er überhaupt een dokter is.’
Chatbot
Rond Kerst was Zonderland voor familiebezoek terug in Nederland, en was ze ook een dag fysiek aanwezig in Den Helder. Het was de eerste keer dat ze Guy Vroemen ontmoette. ‘Een heel sympathieke man, echt een ondernemer. Hij vertelde mij over een chatbot. Dat een patiënt bijvoorbeeld jeuk heeft en dat die robot dan vraagt: “Is het rood?” En dat je via die robot dan op een diagnose uitkomt. Hij was ontzettend enthousiast. Terwijl ik me, als wellicht “ouderwetse” huisarts, dan toch ook afvraag: “Is dat wel goede zorg?”’
Anne Jan van der Veen leunt achterover in zijn stoel, de handen gevouwen in zijn nek. Achter hem hangt een metersgroot abstract schilderij. Hoe hij bij Co-Med terecht is gekomen? In 2020 heeft hij ze zelf benaderd, vertelt de huisarts. Met zijn partner, die ook huisarts is, was hij in een slepend conflict beland met de gemeente Hollands Kroon. Het ging over de huur van het pand waarin de voormalige praktijk van zijn partner huisde, en waar hij in loondienst werkte.
Een lang en moeizaam verhaal, verzucht Van der Veen. Een rechtszaak kwam eraan te pas, die ze verloren. Hijzelf had door eerdere ongelukkige omstandigheden al een schuld, en zijn partner nu ook. Ze zaten ‘helemaal, totaal’ klem. Hij hoorde via een andere huisarts uit Anna Paulowna van Co-Med en belde Guy Vroemen. ‘Meteen de volgende dag kwam hij langs. We hebben de praktijk stante pede verkocht.’
Ondanks de gaten die hij al maanden moet zien te dichten, is het nog altijd de beste beslissing die hij in tijden heeft genomen, vertelt de huisarts. Als hij voorheen als zelfstandig praktijkhouder geen volledige bezetting had op zijn praktijk, kon hij worden berispt door verzekeraar en inspectie, maar dat is nu met Co-Med anders. ‘Guy kan gewoon een grote bek opentrekken, dan zegt hij: “Alsjeblieft, hier zijn onze patiënten, wij trekken ons terug, zoek zelf maar een dokter.” Zo komt hij ermee weg.’
Om meer voor elkaar te krijgen en echt een vuist te kunnen maken naar de verzekeraar moeten ze alleen nog wel flink groeien, gaat Van der Veen verder. Hij gelooft erin. ‘Guy is echt een zakenman. Die heeft zijn sporen wel verdiend, weliswaar met lijm. Maar wel met goede lijm.’
Op een woensdagmiddag zitten er in de wachtruimte in Anna Paulowna alleen patiënten van de HKN-praktijk, die in hetzelfde gebouw zit als Co-Med en de wachtruimte deelt. Huisartsenpraktijk HKN neemt al maanden geen nieuwe patiënten meer aan, omdat ze bang is overspoeld te raken door weggelopen Co-Med-patiënten. Op de Co-Med-balie staat een bordje: ‘Er is vandaag geen assistente aanwezig. NIET op de HKN-bel drukken!!! Zij kunnen u niet verder helpen. Excuses voor het ongemak.’
Huisarts Anne Jan van der Veen en Co-Med zijn sinds kort uit elkaar
Vond je dit een [.c-highlighted]goed[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted] onderzoek?
Steun ons dan!
Wij werken effectief; er is geen directie of duur kantoorpand. Ondanks dat blijft onderzoeksjournalistiek kostbaar. Research kan maanden in beslag nemen en dan nog is het eindresultaat onzeker. Wij kunnen jouw financiële bijdrage (klein of groot) dus goed gebruiken. [.c-highlighted]Doneer via deze link[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted]
Bron:
Bron:
Bron: